1 Kings 20:6

6) uwer knechten

Sommigen menen dat hij hiermede zijn eersten eis verzwaart, merkende de kleinhartigheid van Achab uit zijn antwoord, vermeld boven, 1 Kon. 20:4, want hij begeert nu niet alleen Achabs, maar ook zijner knechten goederen.

1Ki 20.4

7) het begeerlijke

Dat is, al hetgeen gij gaarne ziet, met begeerte van dat te mogen behouden.

Ezekiel 24:16

42) lust uwer ogen

Of, wens; dat is uwe huisvrouw, zie Ezech. 24:18. Waardoor de tempel en de stad Jeruzalem werden afgebeeld.

Eze 24.18

43) plage;

Dat is, een haastigen, van God buitengewoon toegeschikten, dood.

Ezekiel 24:21

51) heiligdom

Den tempel.

52) gelijk elders dikwijls. Alzo onder Ezech. 37:18.

Eze 37.18

In handen der Chalde‰n overleveren om verstoord te worden, als een gemene onheilige plaats.

53) heerlijkheid uwer sterkte,

Of, hoogheid, uitnemendheid uwer sterkte, dat is, dat heerlijk gebouw van den tempel, waarop gij u zozeer verlaat, menende dat Ik daarom Jeruzalem verschonen zal. Sommigen verstaan Jeruzalem of het koninkrijk.

54) begeerte uwer ogen,

Versta, al denzelfden tempel, in welks aanschouwing zij hun lust en vermaak plachten te nemen, en waarnaar zij nu zozeer verlangden. Sommigen verstaan hunne vrouwen, uit Ezech. 24:16.

Eze 24.16

55) verschoning uwer ziel;

Welken tempel gij zo liefhebt, dat het u hartelijk deren en wee zou doen, indien men hem zou verwoesten. Sommigen verstaan hier de kinderen en naaste vrienden, die zij, gaande met Jojachin in de gevangenschap, te Jeruzalem gelaten hadden.

Ezekiel 24:25

60) zal het niet zijn,

Dat is, het zal voorzeker alzo geschieden. Dit voorzegt God tot meerdere bevestiging dezer profetie‰n. Zie de vervulling onder Ezech. 33:21,22.

Eze 33.21,22

61) sterkte,

Den tempel, enz., gelijk boven Ezech. 24:21, dat is, ten tijde als Jeruzalem ingenomen en de tempel met de stad verwoest zullen worden, en al het volk jammerlijk behandeld naar deze profetie‰n.

Eze 24.21

62) vreugde huns sieraads,

Dat is, in welks sieraad zij zich verheugen.

63) verlangen hunner zielen,

Hebreeuws, de opheffing; dat is, hetgeen waarnaar zij hartelijk verlangen, gelijk men omhoog naar iets reikt en langt, dat men gaarne zou bereiken willen. Zie Ps. 24:4.

Ps 24.4
Copyright information for DutKant