1 Kings 8:22

40) stond

Te weten, op het koperen en verheven gestoelte, hetwelk was in het voorhof des volks, recht tegenover het brandofferaltaar, dat hij uit zijn stoel zien kon. Zie hiervan 2 Kon. 11:14, en 2 Kon. 23:3, en 2 Kron. 6:13.

2Ki 11.14 23.3 2Ch 6.13

41) breidde

Tot een bewijs, dat hij zijn hart tot God, dien hij aanriep, opgeheven had, en van hem alleen alles goeds verwachtte. Van welke ceremonie, bij de ouden in het bidden gebruikt, zie ook Ezra 9:5; Job 11:13; Ps. 44:21, en Ps. 63:5; 1 Tim. 2:8.

Ezr 9.5 Job 11.13 Ps 44.20 63.4 1Ti 2.8

Job 11:13

28) bereid hebt,

Te weten, door oprechte bekering. Zie 2 Kron. 12:14.

2Ch 12.14

29) breid

Zie van deze ceremoni‰n in het bidden gebruikelijke, 1 Kon. 8:22.

1Ki 8.22

30) tot Hem uit.

Namelijk, tot God.

Psalms 28:2

3) handen

Gelijk dikwijls in het bidden geschiedt tot een teken van opheffing des harten tot God en verwachting eens zegens van Hem, door den Messias. Verg. 1 Kon. 8:22; Ps. 88:10, en Ps. 141:2; Klaagl. 2:19, en Klaagl. 3:41.

1Ki 8.22 Ps 88.9 141.2 La 2.19 3.41

4) naar

Dat is, naar uw heilige aanspraakplaats, waar de ark des verbonds is, een voorbeeld van den Messias. Zie 1 Kon. 6:5.

1Ki 6.5

Psalms 44:20

22) draken

Hierdoor kan men verstaan de heidense tirannene. Hebr. des draaks. Anders, der walvissen; dat is, als in de zee, dat is in de allergrootste noden, uiterste gevaren.

23) doodsschaduw

Zie Ps. 25:4.

Ps 25.4

Psalms 63:4

10) zouden

Wanneer mij zulks mocht gebeuren. Of, zullen U prijzen; en zo voorts in het volgende.

Psalms 88:9

Lamentations 2:19

104) Maak u op,

Een gebod aan de godzaligen tot bidden.

105) maak geschrei des nachts

Dat is, klaag den Heere openlijk en vrijmoediglijk uwen nood.

106) in het begin der nachtwaken,

Hebreeuws, aan het hoofd der [nacht]-wachten; dat is, te dien tijde als de nacht begint.

107) stort

Vergelijk Ps. 22:15, en Ps. 42:5, en Ps. 62:9, en Ps. 102:1.

Ps 22.14 42.4 62.8 102.1

108) uw hart uit

Dat is, al de zwarigheid, die gij in uw hart hebt.

109) handen tot Hem op

Hebreeuws, palmen. Alzo Klaagl. 2:20,22.

La 2.20,22

110) voor de ziel uwer kinderkens,

Dat is, voor het leven, gelijk Ps. 6:5. De zin is: Om te bidden dat God uw kleine kinderen wil verschonen.

Ps 6.4

111) die in onmacht gevallen zijn van honger,

Of, die versmacht zijn.

112) vooraan op alle straten.

Hebreeuws, aan het hoofd van alle straten; dat is aan alle hoeken, wegen en stegen der stad; vergelijk Jes. 51:20, en onder Klaagl. 4:1.

Isa 51.20 La 4.1

Lamentations 3:41

86) mitsgaders de handen,

Anders: tot de wolken; zie de aantekening Job 36:32.

Job 36.32

87) tot God in den hemel,

Die alleen kan en wil vergeven de zonden der boetvaardige zondaren.

Copyright information for DutKant