1 Samuel 30:11

12) zij vonden een Egyptischen man

Te weten, de mannen, die bij David waren.

13) zij brachten hem tot David;

Hebreeuws, zij namen hem tot David; dat is, zij namen en brachten. Zie de aantekeningen Gen. 12:15.

Ge 12.15

1 Kings 13:9

16) zo heeft

Hebreeuws, zo heeft Hij mij geboden door het woord des HEEREN; dat is, alzo heeft Hij, te weten de Heere, mij geboden door zijn woord. Zie gelijke manier van spreken Gen. 1:27, en Gen. 5:1, en de aantekeningen.

Ge 1.27 5.1

17) Gij zult geen

Namelijk, te Beth-el. Vergelijk het #1 Kon. 13:7. Want dit verbod, gelijk het persoonlijk was, alzo was het ook te verstaan ten aanzien van de plaats, tot welke hij gezonden was, en zonder twijfel van den tijd dezer uitzending.

1Ki 13.7

1 Kings 13:16-17

22) deze plaats.

Te weten, Beth-el, gelijk boven, #1 Kon. 13:8.

1Ki 13.8
23) een woord is

Dat is, een bevel en last is mij gegeven, door de aanspraak des Heeren.

2 Kings 6:22-23

24) zoudt gij

De zin is, naardien het niet betaamt dat men allen, die in den oorlog gevangen zijn, doden zal, dat het den koning Joram, nog veel minder betaamde dezen te doden, die hij in den oorlog niet gevangen had.

25) brood en water

Dat is, spijs en drank. Vergelijk Ezra 10:6.

Ezr 10.6
26) Zo kwamen de benden der Syriers niet

De zin is, dat de Syri‰rs in dien tijd niet meer met benden van rovende en plunderende krijgslieden in het land Isra‰ls uitvielen, maar wel openbaren oorlog daartegen voerden; gelijk blijkt uit 2 Kon. 6:24.

2Ki 6.24
Copyright information for DutKant