2 Kings 11:6

16) Sur;

Dit was de poort tegen het oosten, en was de grootste poort des tempels, daarom wordt zij ook genoemd de hoge-poort, onder, #2 Kon. 15:35; ook de fondament-poort, #2 Kron. 23:5; idem de nieuwe poort, Jer. 26:10, omdat zij van den koning Jotham is vernieuwd, 2 Kron. 27:3.

2Ki 15.35 2Ch 23.5 Jer 26.10 2Ch 27.3

17) achter de trawanten;

Deze poort was aan het zuiden, naar den voorhof der priesters, die anders [gelijk enigen menen] genaamd werd Sippim, dat is, de dorpelpoort; 2 Kron. 23:4.

2Ch 23.4

18) tegen inbreking.

Of, tegen afrukking, of wegneming; dat is, gij zult den tempel alzo bewaren, dat daaraan niet gebroken worde, en dat de koning met geweld daar niet uit genomen noch weggevoerd worde.

2 Kings 15:35

35) Alleenlijk

Vergelijk 2 Kron. 27:2, en de aantekening.

2Ch 27.2

36) hoge poort

Anders genaamd de poort Sur, en de poort des fondaments. Zie boven, 2 Kon. 11:6, en 2 Kron. 23:5, en de aantekening daarop.

2Ki 11.6 2Ch 23.5

Acts 3:2

3) man, die

Namelijk van over de veertig jaren; Hand. 4:22.

Ac 4.22

4) de Schone,

Deze was een van de poorten des voorhofs, en zo het schijnt de grote poort, die tegen het oosten stond, alzo genaamd om hare schoonheid en kostelijkheid. Zie Josef. Antiq. lib. 15, cap. 14.

5) aalmoes te

De armen te laten bedelen was van God verboden onder zijn volk, Deut. 15:4, zodat dit ook een teken was, dat toen onder de Joden de wetten Gods zeer vervallen waren.

De 15.4
Copyright information for DutKant