2 Kings 23:5

15) Chemarim af,

Een soort der afgodische priesters van Ba„l; van welken zie ook Hos. 10:5, en Zef. 1:4. De naam chemarim komt van een woord, betekenende warm zijn, branden; idem, zwart worden; ook tezamen getrokken, gerimpeld en ingerold, hetwelk door den brand veroorzaakt wordt; vanwaar ook is bij de Chalde‰n de betekenis van insluiten. Hieruit is het gevoelen der geleerden van deze benaming verscheiden. Velen menen dat deze Ba„ls-papen zo geheten werden, omdat hun orde was zwarte kleding te dragen; enigen omdat zij zwart en berookt uitzagen, vermits zij altijd met roken en offeren bezig waren; anderen, omdat zij zich in hun afgodendienst gelieten zeer vurig en brandend van ijver te wezen. Sommigen omdat zij zich uit een schijn der heiligheid opsloten, om zich van de wereld af te zonderen en alleen te leven, enz.

Ho 10.5 Zep 1.4

2 Kings 23:18

49) bevrijdden zij

Dat zij namelijk niet verbrand werden op het altaar te Bethel, met de andere beenderen.

50) profeet,

Die begeerd had dat men hem bij den profeet van Juda begraven zou; 1 Kon. 13:31.

1Ki 13.31

51) Samaria

Versta, niet de stad, maar het land van Samaria, waarin de stad Bethel gelegen was en deze profeet woonde, toen hij naar den profeet van Juda kwam, 1 Kon. 13:11; alzo is ook de naam Samaria voor het land genomen in 2 Kon. 23:19.

1Ki 13.11 2Ki 23.19

2 Kings 23:25

60) gelijke,

Versta dit eigenlijk ten aanzien van de vurigheid zijns ijvers in het weren van alle gruwelen, die in zijn tijd zeer de overhand genomen hadden, en van de onnozelheid zijns levens, door de naarstige betrachting van de wet des Heeren, gelijk de volgende woorden van 2 Kon. 23:25 medebrengen. Vergelijk boven, 2 Kon. 23:18, de aantekingen 2 Kon. 23:5.

2Ki 23.25,18,5

61) ganse hart,

Zie 1 Kon. 2:4.

1Ki 2.4
Copyright information for DutKant