2 Kings 25:1

1) zijner regering,

Namelijk, van Zedekia.

2) sterkten rondom.

Het Hebreeuwse woord [zoals velen menen] betekent een krijgsgebouw in vorm van een toren, of hoge stelling van hout gemaakt, hetwelk buiten de stad tegenover de muren opgericht werd, om vandaar pijlen en stenen tegen de muren en in de stad te schieten. Hetzelfde woord wordt gevonden, Jer. 52:4; Ezech. 4:2, en Ezech. 17:17, enz.

Jer 52.4 Eze 4.2 17.17

Ezekiel 4:2

3) maak een belegering tegen haar,

Te weten in afbeelding, of schildering.

4) sterkten,

Zie van het Hebreeuwse woord 2 Kon. 25:1.

2Ki 25.1

5) werp tegen haar

Hebreeuws, stort, of giet uit.

6) wal op,

Zie 2 Sam. 20:15.

2Sa 20.15

7) stormrammen rondom.

Te weten waarmede de muren der steden en sterkten gebroken worden; genaamd bij de Latijnen arietes. Het woord betekent ook hoofdmannen, of krijgsoversten, gelijk 2 Kon. 11:4,19, in welken zin het hier ook van enige genomen wordt, gelijk ook onder Ezech. 21:22.

2Ki 11.4,19 Eze 21.22
Copyright information for DutKant