2 Kings 4:12-15

17) jongen

Of, knecht, of dienaar. Het Hebreeuwse woord wordt niet alleen van jongelingen gezegd, maar ook van volwassen mannen. Zie Gen. 22:5 hoedanig een Gehazi schijnt geweest te zijn, uit hetgeen verhaald wordt onder, 2 Kon. 5:27.

Ge 22.5 2Ki 5.27

18) zijn aangezicht.

Dat is, voor Elisa.

19) hem gezegd:

Namelijk, zijn dienaar Gehazi.

20) zorgvuldigheid;

Het woord betekent zodanige zorg, die met vrees en bevinding verenigd is, waardoor men bezorgd is iets noodzakelijks na te laten, of naar behoren niet te verrichten. Vergelijk Luk. 10:40,41.

Lu 10.40,41

21) Ik woon

Dat is, ik heb vrede en vriendschap met het volk, waaronder ik woon, zulks dat ik met niemand iets uitstaande heb, uit welke oorzaak ik den koning of zijn krijgsoverste zou behoeven lastig te vallen.

22) hij gezegd:

Namelijk Elisa tot zijn dienaar Gehazi, als hij zijn heer Elisa het antwoord der vrouw aangediend had.

23) hij gezegd:

Namelijk Elisa tot zijn dienaar Gehazi.

24) in de deur.

Te weten, van des profeten kamertje. Vergelijk dit met 2 Kon. 4:12 waarop het gepast moet worden, na het verhaal der tusschenrede, begrepen in 2 Kon. 4:13,14,15.

2Ki 4.12,13,14,15
Copyright information for DutKant