Acts 2:5

18) wonende,

Dat is, zich onthoudende voor een tijd, •f om in den Joodsen godsdienst onderwezen te worden; Hand. 6:9, en Hand. 9:29, •f om het feest van Pinkster te houden; Exod. 23:17.

Ac 6.9 9.29 Ex 23.17

19) die onder den

Dat is, die door de vervolgingen der Assyrische, Babylonische, Egyptische en Syrische koningen in alle landen verstrooid waren, 1 Petr. 1:1, en alzo is vervuld hetgeen tevoren gezegd was; Jes. 43:5,6.

1Pe 1.1 Isa 43.5,6

Acts 8:27

28) een kamerling,

Grieks Eunuchus; dat is, gesnedene, gelijk zodanige meest voor kamerlingen bij grote vorstinnen gebruikt werden. Hoewel dit woord ook mede genomen wordt voor allerlei grote heren, die in der koningen hoven dienen; Gen. 37:36; Esth. 1:10.

Ge 37.36 Es 1.10

29) Candace,

Gelijk alle koningen in Egypte Farao genaamd werden, zo werden ook alle koningen van Ethiopi‰ of Morenland, hetwelk meest door vrouwen geregeerd werd, Candac‚ genaamd. Zie Plinius lib. 6, cap. 29.

30) aan te bidden

Dat is, den godsdienst te plegen, die door God te Jeruzalem was opgericht, waarvan het aanbidden een der voornaamste delen was. Zie 1 Kon. 8:41.

1Ki 8.41

Acts 10:1

1) Cesarea,

Daar waren in dien tijd meer steden van dezen naam; maar hier wordt gesproken van Caesarea Palestinoe, tevoren de Toren Stratonis genaamd, en van Herodes, ter ere van den keizer Augustus, Caesarea genaamd, gelegen aan de Middellandse zee, omtrent een halven dag reizens van Joppe; zijnde een van de voornaamste en sterkste steden van Palestina, waar de Romeinen gewoonlijk garnizoen hielden. Zie Josef. de bell. lib. 1, cap. 16, en lib. 3, cap. 14.

2) bende, genaamde

Grieks Speira; dat is, kolonelschap, of regiment, waaruit dit vaandel tot bewaring dier stad door den Romeinsen keizer gelegd was.

3) de Italiaanse;

Elk regiment had zijn naam, en dit werd het Italiaanse genaamd, omdat het bestond uit Italiaanse soldaten.

Copyright information for DutKant