Exodus 1:12

17) hoe meer zij het verdrukten,

Hebreeuws, gelijk zij het verdrukten, alzo vermeerderde het, en alzo wies het. Hebreeuws, brak uit; zie Gen. 28:14.

Ge 28.14

Hosea 4:7

20) Gelijk zij meerder geworden zijn,

Of, naar hunne vermeerdering, of grootheid; dat is, hoe meer zij in getal, menigte, eer en grootheid gewassen en toegenomen zijn; zijnde een bijzonder koninkrijk geworden, en hebbende een nieuw bijzonder priesterdom opgericht, waarop de volgende woorden schijnen te zien, voornamelijk op het priesterdom, [waarvan in Hos. 4:8] hoe ondankbaarder zij tegen mij geworden zijn en hoe gruwelijker gezondigd hebben. Vergelijk de manier van spreken met onder Hos. 11:2.

Ho 4.8 11.2

21) eer in schande veranderen.

Koninklijke en priesterlijke.

Hosea 11:2

4) gelijk zij henlieden riepen,

Dit is hier ingevoegd tot aanvulling van den zin, passende op het volgende woordje, alzo. Zie Ps. 48:6. De zin is: Hoe meer Mozes en andere vrome dienstknechten Gods de Isra‰lieten riepen om bij hun goeden God te blijven, en Hem aan te hangen, hoe meer zij daarentegen, onder de ogen der vrome profeten, afweken tot alle afgoderij, kerende God en zijnen profeten den rug en het dove oor toe, gelijk men zegt. Vergelijk onder Hos. 11:7, en boven Hos. 4:7.

Ps 48.5 Ho 11.7 4.7

5) hun aangezicht weg;

Van het aangezicht der profeten, die hen tot God riepen.

Copyright information for DutKant