Exodus 12:48

85) houden zal,

Hebreeuws, doen zal; en zo in het volgende.

86) hij zal wezen als een ingeborene des lands;

Dat is, hij zal hetzelfde recht genieten, hetwelk de ingeborenen genieten.

Leviticus 21:17

29) zaad,

Dat is, zonen of nakomelingen, hetzij hoge- of onderpriester. Alzo onder, Lev. 21:21.

Le 21.21

30) naar hun geslachten,

Dat is, in welken tijd of eeuwen zij na u zouden mogen leven.

31) de spijze zijns Gods te offeren.

Zie boven, Lev. 3:11.

Le 3.11

Leviticus 22:18

27) Zo wie uit het huis van Isra‰l,

Hebreeuws, man man.

28) vreemdelingen in Isra‰l is,

Versta, dezulken, die de religie der Isra‰lieten aangenomen hadden en beleden.

29) geloften,

Zie van dezen boven, Lev. 7:16.

Le 7.16

Numbers 9:14

18) zijn wijze,

Zie Lev. 5:10.

Le 5.10

Numbers 15:15

10) ter eeuwige inzetting bij uw geslachten,

Hebreeuws, een inzetting der eeuwigheid; Gen. 17:7.

Ge 17.7

11) gelijk gijlieden,

De zin is, dat de Isra‰lieten en de bekeerde vreemdelingen in den godsdienst voor God evenveel zullen gelden en enerlei recht genieten.

Deuteronomy 23:1

1) in de vergadering

Dat is, naar het meeste gevoelen, zal geen stem hebben in publieke vergaderingen, noch plaats in den Raad der regenten, rechters of officieren des volks, welke vergadering ook een vergadering Gods genoemd wordt, Ps. 82:1. Alzo werden ook tot het priesterambt geen toegelaten, die enig gebrek aan het lichaam hadden, Lev. 21:17, enz. De reden van deze wet kan zijn: eensdeels, omdat zodanigen gemeenlijk kleinhartig zijn; anderdeels, omdat het tot verwijt en kleinachting van het ambt zou kunnen strekken. Van de bijeenkomsten der gemeente tot den publieken godsdienst kan men dit niet verstaan, omdat daarin ook de vreemdelingen [mits besneden zijnde] toegelaten werden, Exod. 12:48; Lev. 22:18; Num. 9:14, en Num. 15:15. Daarentegen in de vergadering, van welke Deut. 23:1 en in het volgende gesproken wordt, mochten de Ammonieten en Moabieten ganselijk niet komen, gelijk volgt Deut. 23:3.

Ps 82.1 Le 21.17 Ex 12.48 Le 22.18 Nu 9.14 15.15 De 23.1,3

Deuteronomy 23:3

Psalms 82:1

1) psalm

Zie de aantekening bij Ps. 48:1, en Ps. 50:1.

Ps 48.1 50.1

2) staat

Dat is, Hij is tegenwoordig, te weten, als souverein, of opperste rechter.

3) in de

Dat is, in zijne vergadering, in de vergadering, die samenkomt om van zijnentwege en uit zijn bevel recht te doen. Zie Deut. 1:17; 2 Kron. 19:6; Rom. 13:1.

De 1.17 2Ch 19.6 Ro 13.1

4) Hij

Alzo, namelijk, dat Hij hunne oordelen door zijne voorzienigheid en wijsheid alzo bestuurt en regeert, dat zij tot zijne eer strekken moeten. Of [Hij oordeelt]; dat is, Hij let er wel op welke vonnissen de rechters uitspreken belonende de rechters, die goed recht spreken, en straffende degenen, die hunne onderzaten onrechtvaardig verdrukken.

5) in het

Dat is, in het midden der koningen en der vorsten, ja van alle overheden, als zijnde altemaal zijne stadhouders. Zie Exod. 21:6, en Exod. 22:8,9,28; Joh. 10:34.

Ex 21.6 22.8,9,28 Joh 10.34
Copyright information for DutKant