Exodus 19:10

19) heilig hen heden en morgen,

Dat is, beveel hun, en zie gij en de oudsten des volks naarstiglijk toe, dat zij zich heiliglijk bereiden, om mijn geboden te ontvangen. Zie wijders Lev. 11:45.

Le 11.45

Leviticus 11:25

Leviticus 11:32

Leviticus 14:8-9

10) maar zal buiten zijn tent zeven dagen blijven.

Vergelijk boven de aantekeningen op Lev. 13:46, en Num. 12:14, en Num. 31:19.

Le 13.46 Nu 12.14 31.19

Numbers 19:19-20

22) die ziel zal uit het midden der gemeente

Dat is, die persoon, of, mens.

23) heiligdom des HEEREN verontreinigd,

Zie boven, Num. 19:13.

Nu 19.13

24) [dat] aangeroerd zal hebben,

Of, [hem.]

1 Corinthians 6:11

20) sommigen; maar

Namelijk de een in het een en de ander in het ander. Want hoewel in alle heidenen niet al deze zonden altijd openbaar zijn geweest, nochtans is de wortel van allen in hen, en de een of de ander breekt bij gelegenheden altijd uit; en allen waren zij afgodendienaars. Zie Rom. 1:29; Ef. 2:1,2,3, en Ef. 4:17,18.

Ro 1.29 Eph 2.1,2,3 4.17,18

21) gij zijt afgewassen,

Dat is, van de heersende macht van zulke zonden gezuiverd; namelijk door uwe heiligmaking; bestaande in de vergeving der zonden en toerekening der gerechtigheid van Christus, waarvan de doop een teken en zegel is. Zie Mark. 1:4; Hand. 22:16; Rom. 6:4; Ef. 5:26; Tit. 3:5; 1 Petr. 3:21.

Mr 1.4 Ac 22.16 Ro 6.4 Eph 5.26 Tit 3.5 1Pe 3.21

22) in den naam

Dat is, om Jezus Christus' en Zijner verdiensten wil. Want het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle onze zonden; 1 Joh. 1:7; Openb. 1:5.

1Jo 1.7 Re 1.5

1 John 1:7

28) in het licht wandelen,

Dat is, niet alleen in de ware kennis van het Evangelie, maar ook in ware reinheid en heiligheid des levens.

29) met elkander,

Dat is, wij gelovigen onder elkander en gezamenlijk met God en Zijn Zoon, 1 Joh. 1:3. Of wij met God en God met ons.

1Jo 1.3

30) en het bloed

Dit doet de apostel daarbij om te tonen, dat ons wandelen in het licht niet een verdienende of werkende oorzaak van deze onze gemeenschap met God is, maar een vrucht en kenteken derzelve. Alzo Christus de Zoon van God deze teweeggebracht heeft door Zijn bloed, dat is, bloedig lijden en sterven, ons met God daardoor verzoenende en verenigende.

31) Zijn Zoon,

Dit doet de apostel daarbij, om daarmee uit te drukken de waardigheid van de verdienste van Christus; gelijk Hand. 20:28.

Ac 20.28

32) reinigt ons van

Namelijk wegnemende van ons de schuld en straf der zonden door de weldaad der rechtvaardigmaking, en de smetten der zonde of verdorvenheid door de weldaad der wedergeboorte, die in dit leven haar begin heeft, en hiernamaals ook volkomen zal zijn.

33) alle zonde.

Namelijk aangeboren als dadelijke, zo grote als kleine.

Copyright information for DutKant