Ezekiel 14:9

24) overreed zal zijn,

Te weten van de huichelaars, die hun raad vragen en begeren dat hun wat goeds geprofeteerd worde. Zie van het Hebreeuwse woord Richt. 14:15.

Jud 14.15

25) iets gesproken zal hebben,

Te weten dat de vrager gaarne hoort, maar vals is.

26) overreed,

Te weten niet met den profeet enig kwaad in te geven, maar met de huichelarij des vragers door den profeten lichtvaardigheid en gierigheid, die van den profeet en den satan komen, rechtvaardiglijk te straffen; vergelijk 2 Sam. 11:12; 1 Kon. 12:15 en 1 Kon. 22:22; Jer. 4:10 met de aantekening; idem 2 Thess. 2:11,12.

2Sa 11.12 1Ki 12.15 22.22 Jer 4.10 2Th 2.11,12

27) Mijn hand

Te weten tegen dien profeet, om hem te straffen; alzo Exod. 7:5, Jes. 5:25; Jer. 15:6; onder Ezech. 14:13 en Ezech. 25:7, enz.

Ex 7.5 Isa 5.25 Jer 15.6 Eze 14.13 25.7

Ezekiel 25:3

3) Heah!

Dat is, uwen lust daarin geschept en daarover gejuicht hebt. Zie Job 39:28; Ps. 35:21, met de aantekening; alzo onder Ezech. 26:2.

Job 39.25 Ps 35.21 Eze 26.2

4) ontheiligd werd,

Gelijk boven Ezech. 24:21.

Eze 24.21

Ezekiel 25:16

41) strek Mijn hand uit

Gelijk boven Ezech. 25:7.

Eze 25.7

42) Cherethieten uitroeien,

Dit schijnt de naam geweest te zijn van een streek in het land der Filistijnen, doch daardoor worden de Filistijnen in het algemeen verstaan, gelijk 1 Sam. 30:14,16; zie aldaar, idem Zef. 2:5. Doch in het Hebreeuws passen de woorden Cherethim en uitroeien aardiglijk op elkander, alsof men zeide: Ik zal die uitroeiers uitroeien.

1Sa 30.14,16 Zep 2.5

43) zeehaven verdoen.

Zie Jer. 47:7; Zef. 2:5,6.

Jer 47.7 Zep 2.5,6
Copyright information for DutKant