Ezekiel 16:46

134) grote zuster nu is Samaria,

Samaria, waardoor de tien stammen verstaan zijn, wordt Jeruzalems grote zuster genaamd, omdat haar koninkrijk meerder was dan het koninkrijk van Juda, alzo Sodom haar kleine zuster, omdat haar koninkrijk minder was.

135) dochteren,

Het woord dochters betekent wel dikwijls de onderhorige plaatsen der grote steden, [zie 2 Kon. 19:21], maar hier kan men het verstaan van de inwoners dezer steden en landen.

2Ki 19.21

136) aan uw linkerhand;

Dat is, noordwaarts van u. Want die in Jeruzalem waren, staande met het aangezicht naar het oosten, hadden Samaria aan de linkerhand; dat is benoorden, en Sodom aan de rechterhand, dat is bezuiden.

Ezekiel 23:2

1) twee vrouwen,

Versta, Juda en de tien stammen, beide afkomstig uit Isra‰l. Vergelijk Jer. 3:7,8,10, en boven Ezech. 16:44,45.

Jer 3.7,8,10 Eze 16.44,45

Ezekiel 23:4

5) namen nu waren:

Versta, figuurlijke namen.

6) Ohola,

Dat is, hunne tent, of tabernakel; alzo noemt God de tien stammen, en Samaria [hunne hoofdstad, Jes. 7:9, gelijk volgt] omdat zij zich van Juda, Gods tempel en waren dienst hadden afgezonderd, en een godsdienst afzonderlijk op zichzelven aangesteld. Zie 1 Kon. 12:16,28,29, enz.

Isa 7.9 1Ki 12.16,28,29

7) grootste,

Alzo worden de tien stammen genoemd vanwege hun macht en aanzien.

8) Oholiba,

Dat is, mijne tent [is] in, of onder haar. Alzo noemt God Jeruzalem en Judea, omdat zijn tempel en godsdienst aldaar waren, die Hij zelf had verordineerd.

9) Mijne,

Of, waren mijne. Hebreeuws, Mij, dat is, Ik trouw deze, of had ze getrouwd, en een huwelijksverbond met haar gemaakt. Zie boven Ezech. 16:8,20; want deze namen geeft haar God van hetgeen onder het staande huwelijk gebeurd is.

Eze 16.8,20

10) haar namen:

Versta, eigenlijke en niet figuurlijke namen.

Copyright information for DutKant