Ezekiel 37:25-26
49) verbond des vredes Zie boven Ezech. 34:25. Eze 34.25 50) inzetten Inbrengen, plaatsen, endoen blijven en beklijven in mijne kerk. Hebreeuws, geven. 51) heiligdom Deze manier van spreken is genomen van den staat van het Oude Testament, [gelijk elders dikwijls] betekenende de genaderijke inwoning Gods onder en in zijne kerk, met zijn woord, Geest, gunst en zegen; zie Lev. 26:12; 1 Cor. 3:16; 2 Cor. 6:16; Ef. 2:21,22; Openb. 21:3. Le 26.12 1Co 3.16 2Co 6.16 Eph 2.21,22 Re 21.3Ezekiel 48:25
Hosea 2:20
48) verhoren, en die zal de aarde verhoren. Figuurlijke manieren van spreken, door welke God te kennen geeft dat alle creaturen zijne kerk ter zaligheid moeten dienen, wanneer Hij met hen verzoend en tevreden is; vergelijk Rom. 8:20,21,22,28. Ro 8.20,21,22,28John 14:23
50) woning bij Grieks blijving; gelijk ook van den Heiligen Geest gezegd wordt, Joh. 14:17. Joh 14.172 Corinthians 6:16
31) de tempel Gods met de Namelijk die tot den dienst van den waren God is geheiligd. 32) gij zijt de tempel Namelijk die in Christus gelooft, Ef. 2:21,22; 1 Petr. 2:5. Eph 2.21,22 1Pe 2.5 33) des levenden Gods; Dat is, die niet alleen zelf leeft, maar allen een auteur des levens is, Hand. 17:25, en wordt deze titel hier God gegeven tegen de stomme en dode afgoden. Ac 17.25 34) God gezegd heeft: Deze woorden zijn genomen ten dele uit Lev. 26:11,12, ten dele uit Ezech. 37:26. Le 26.11,12 Eze 37.26Revelation of John 22:3
9) geen vervloeking Of geen verbanning; dat is, niet der vervloeking waardig, gelijk Openb. 21:27, niets onreins, of dat onreinheid doet. En dit schijnt ook genomen uit Zach. 14:11, waar van de tijden van het Nieuwe Testament zulks wordt voorzegd; dat evenwel ten volle niet zou geschieden, dan als Christus Zijn dorsvloer zal hebben gezuiverd, en al het kaf in het vuur zal hebben geworpen, Matth. 3:12 en Matth. 13:40, enz. Re 21.27 Zec 14.11 Mt 3.12 13.40 10) de troon Gods en Dat is, de heerlijkheid Gods en van Jezus Christus, als waar God en mens, zal die vervullen. Zie Openb. 21:22,23. Re 21.22,23 11) Zijn dienstknechten Namelijk zo engelen als zalige mensen. Zie Openb. 7:15. Re 7.15 12) zullen Hem dienen. Dat is, rondom Zijn troon bereid staan om Hem te loven en te prijzen, en Zijn bevelen te gehoorzamen.Revelation of John 22:5
15) aldaar zal geen Zie Openb. 21:23,25. Re 21.23,25 16) zij zullen als Want, hoewel alle gelovigen hier ook koningen en priesters zijn, Openb. 1:6, nochtans zullen zij eerst volkomen als koningen heersen, wanneer al hun vijanden en de dood zelf onder hun voeten zijn gebracht, en God in hen zal zijn alles in allen. Zie Rom. 16:20; 1 Cor. 15:28. Re 1.6 Ro 16.20 1Co 15.28 17) in alle eeuwigheid. Grieks in de eeuwigheden der eeuwigheden.
Copyright information for
DutKant