Ezekiel 45:9

24) Het is te veel voor u,

Zie boven Ezech. 44:6. Sommigen verstaan dit alsof God zeide: Gij hebt land, meer dan genoeg voor u, aan hetgeen Ik u toegelegd heb, daarom enz. Anderen houden het voor een verbloemde bestraffing van de overleden koningen van Juda, tot wie God spreekt alsof zij tegenwoordig waren; of van de antichristische kerkelijke en burgerlijke tirannen, die Gods volk zeer lang zouden plagen.

Eze 44.6

25) uitstortingen op van Mijn volk,

Dat gij hen uit het hunne verdrijft en uitstoot, trekkende dat aan u; zulk een overlast zult gij van hen wegnemen, hen daarvan ontlasten. Zie gelijke manier van spreken Jes. 57:14.

Isa 57.14

Ezekiel 48:8

8) hefoffer zijn,

Zie boven Ezech. 45:1,2, enz., met de aantekening aldaar.

Eze 45.1,2

Ezekiel 48:18-19

15) heilig hefoffer,

Hebreeuws, hefoffer der heiligheid; alzo in het volgende.

16) onderhoud voor degenen,

Hebreeuws, brood; dat is, tot onderhoud, leeftocht.

17) dienen, zullen

Hebreeuws, dient.

18) haar dienen uit alle stammen Isra‰ls.

Anders: zullen dat [overig deel] bouwen, of bearbeiden, onderhouden, of: zullen uit alle stammen van Isra‰l denzelven [Isra‰l] dienen; dat is, die in de stad dienen, zullen allen anderen Isra‰lieten bevorderlijk en gedienstig zijn in het verrichten hunner zaken; of, men zal de dienaars uit alle stammen nemen.

Copyright information for DutKant