Genesis 1:27

47) Gods schiep

Dat is, niet naar des mensen evenbeeld, dat geschapen werd, gelijk de voorgaande woorden zouden kunnen genomen worden, maar naar het beeld van God, die hem geschapen heeft verg. onder Gen. 5:1; Gen. 9:6.

Ge 5.1 9.6

Genesis 2:24

50) verlaten,

Dit neemt niet weg de liefde noch de eer, die men zijnen ouders verschuldigd is, maar het maakt onderscheid tussen de wijze der samenwoning en de grootheid der verbintenis.

Matthew 19:4-5

5) man en vrouw,

Of, maar ‚‚n van het mannelijk en ‚‚n van het vrouwelijke geslacht.

6) gezegd heeft:

Dit zijn Adams woorden, Gen. 2:24, maar worden aan God hier toegeschreven, omdat Adam die door Gods ingeven gesproken heeft. Zie van deze mening de aantekening bij Gen. 2:24.

Ge 2.24,24

7) aanhangen,

Of aankleven. Het Griekse woord is genomen bij gelijkenis van twee verscheiden dingen, die door lijm aan elkander vastgemaakt zijn.

8) ‚‚n vlees zijn,

Dat is, als ‚‚n lichaam, of als ‚‚n mens; 1 Cor. 6:16; Ef. 5:31.

1Co 6.16 Eph 5.31

Mark 10:6-7

5) aanhangen;

Of, aankleven. Zie Matth. 19:5.

Mt 19.5

1 Corinthians 6:16

31) die twee, zegt hij

Deze plaats, genomen uit Gen. 2:24, wordt eigenlijk van den band des huwelijks gezegd; doch Paulus past dit ook op de hoererij, omdat zulke oneerlijke liefde en vleselijke vereniging deze personen aan elkander oneerlijk en onwettelijk verbindt, gelijk het huwelijk hen wettelijk en eerlijk verbindt.

Ge 2.24

Ephesians 5:31

42) zij twee zullen

Zie hiervan Matth. 19:5.

Mt 19.5
Copyright information for DutKant