Genesis 12:10

24) honger in

Hier wordt Abrams vertrouwen beproefd.

25) dat land;

Te weten, Kana„n, hetwelk wel vruchtbaar was, Deut. 8:7,8, maar nu om de boosheid der inwoners, met onvruchtbaarheid gestraft; Ps. 107:34.

De 8.7,8 Ps 107.34

26) zo toog

Verstaande dat hij, om God niet te verzoeken, wel voor enigen tijd mocht vertrekken, om dezen duren tijd te ontgaan.

27) Egypte,

Een land, in het Hebreeuws genaamd Mitsra‹m, van Mitsra‹m den zoon van Cham, gelegen in Afrika, grenzende oostwaarts aan de Rode zee en een deel van Arabi‰; zuidwaarts aan Ethiopi‰, westwaarts aan Liby‰, en noordwaarts aan de Middellandse zee; zeer goed bekend in de Heilige Schrift; onder Gen. 13:10, en Gen. 39:1, enz.

Ge 13.10 39.1

Genesis 13:1

1) zuiden,

Dat is, naar het zuidelijke gedeelte van Kana„n.

Genesis 24:7

Genesis 35:1

1) maak daar

Om te gedenken aan de beloften, die Ik daar aan u gedaan heb, en gij aan mij; boven, Gen. 28:13,14,20. Dit schijnt daartoe te dienen, dat Jakob getroost en gesterkt mocht worden tegen de vrees, waarmede hij bevangen was; zie Gen. 34:30.

Ge 28.13,14,20 34.30

Exodus 19:3

6) tot God.

Dat is, tot de wolkkolom op den berg.

7) van den berg,

Te weten, van het hoogste des bergs, Mozes zijnde in een legerplaats van dien berg.

Exodus 23:20

38) een Engel voor uw aangezicht,

Hij wordt Exod. 13:21, genoemd de Heere; te weten, Christus, wien de Joden in de woestijn getergd hebben; 1 Cor. 10:9. Hij wordt een engel, dat is, bode genoemd, omdat Hij van den Vader gezonden is.

Ex 13.21 1Co 10.9

39) de plaats, die Ik bereid heb.

Te weten, in het land Kana„n.

Exodus 32:34

57) waarheen Ik u gezegd heb;

Te weten, naar het land Kana„n.

58) Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan!

Aldus bedreigt God in zijn toorn dit volk over te geven aan Mozes en aan een engel; zie daarvan Exod. 33:2.

Ex 33.2

59) hun zonde over hen

Voornamelijk deze zonde der afgoderij, met het gouden kalf begaan.

60) bezoeken!

Zie Gen. 21:1.

Ge 21.1

Matthew 20:18

Copyright information for DutKant