Genesis 14:23

46) Zo ik

Dit is een afgebroken rede, bij de Hebre‰n zeer gebruikelijk, waardoor zij de straf, die zij verdienen, zo zij vals zweren, plegen te verzwijgen, tonende daarmede dat zij generlei straf uitnemen, maar die overlaten aan het rechtvaardig oordeel van God. Versta dan hier: Wee mij, of God doe mij dit of dat, zo ik, enz. Zie onder Gen. 26:29.

Ge 26.29

1 Kings 17:12

14) koek heb,

Het woord betekent eigenlijk een brood, of koek, die onder, of op de kolen, en niet in den oven gebakken is. Zie Gen. 18:6. De zin is dat zij in haar huis geen gebakken brood ten beste had, zelfs niet een koekje op den heten haard met kolen gebakken.

Ge 18.6

15) een paar houten

Dat is, weinige houtjes, en gelijk wij zeggen: een of twee.

16) en sterven.

Alsof zij zeide: Wanneer dit zal opgegeten zijn, wij hebben niets meer ten beste, zodat wij niet anders hebben te verwachten dan van honger te zullen moeten sterven.

Copyright information for DutKant