Genesis 17:14

26) wiens

Welverstaande, desgenen, die, bejaard zijnde, de besnijdenis door ongeloof of verachting zou nalaten, of die de nalating van zijn ouders aan hem begaan, niet zou verbeteren, mits de besnijdenis te ontvangen. Anders, die het vlees der voorhuid niet zal besnijden.

27) dezelve

Dat is, de mens zal uit de gemeenschap van Gods volk gebannen zijn. Deze manier van spreken begrijpt ook, volgens sommiger gevoelen, een lijfstraf, door de overheid uit te voeren. Verg. Exod. 31:14, en Lev. 17:4.

Ex 31.14 Le 17.4

28) mijn verbond

Zie 1 Cor. 11:27,29.

1Co 11.27,29

Judges 15:18

32) onbesnedenen?

Hiermede betoont Simson zijn geloof, en houdt God zijn genadeverbond voor. Zie Hebr. 11:32. En vergelijk Gen. 34:14; 1 Sam. 17:26,36; 2 Sam. 1:20.

Heb 11.32 Ge 34.14 1Sa 17.26,36 2Sa 1.20

1 Samuel 17:26

30) Wat zal men dien man doen,

Hebreeuws, wat zal dien man gedaan worden?

Ezekiel 28:8

17) dood eens verslagenen

Hebreeuws in het veelvoudig getal, doden, of dodingen [gelijk Jes. 53:9]. De zin is: Zij zullen u een geweldigen dood aandoen, zelfs in uwe stad, die met wateren omsingeld is, waarop gij u vertrouwt.

Isa 53.9

18) hart der zeeen.

Gelijk boven Ezech. 28:2.

Eze 28.2

Ezekiel 31:18

48) gij alzo gelijk

O Farao, gij die meent dat uws gelijke niet zij. Zie boven Ezech. 31:2.

Eze 31.2

49) onbesnedenen zult gij liggen,

Zie boven Ezech. 28:10.

Eze 28.10

50) Dat is Farao,

Alsof God zeide: Zie daar een levendig beeld van dezen trotsen koning Farao; even zo vast en zeker is zijn staat als van den Assyri‰r, er alzo zal hij met al zijn hoogmoed varen.

51) menigte,

Versta dit van rijkdom, of volk; of met al zijn gewoel, rumoer of gedruis. Zie boven Ezech. 29:19.

Eze 29.19

Ezekiel 32:19

47) Boven wien

Dat is, wien overtreft gij al in lieflijkheid of aangenaamheid? De zin is: Meent gij dat gij schoner en aangenamer zijt dan alle andere koningen, dat Ik u meer zou hebben te verschonen dan hen? neen [wil God zeggen], gij moet er ook onder, zowel als zij.

48) gij liefelijk!

Koning van Egypte.

49) leg u

Hebreeuws eigenlijk, wees neergelegd, of gelegen.

50) onbesnedenen.

Zie boven Ezech. 28:10, en Ezech. 31:18, en zo van het volgende.

Eze 28.10 31.18

Ezekiel 32:21

54) machtigste der helden

Andere koningen en potentaten, die tevoren zijn omgekomen en in dezelfde plaats heen onder gevaren.

55) toespreken,

Hem, met zijn volk, als verwelkomende, en zich door zijn aankomst en gezelschap troostende, gelijk van Farao gezegd wordt, onder Ezech. 32:31; een figuurlijke bespotting. Vergelijk Jes. 14:9.

Eze 32.31 Isa 14.9

56) de onbesnedenen liggen er,

Anders: zij liggen met de onbesnedenen.

Ezekiel 32:25

64) hem een legerstede gesteld

Namelijk Elam.

65) hem zijn haar graven;

Den Elamietischen koning.

66) van hen gegeven is

Hebreeuws, hunlieder schrik gegeven is, of was.

67) hij is

De Elamiet, of Elamietische koning.

68) gelegd

Hebreeuws, gegeven.

Ezekiel 32:27

71) helden,

Die overwinnend geweest zijnde, met eer en pracht begraven worden; dezen daarentegen zijn met schande verslagen en weggestopt. Anders: zouden zij [de Egyptenaars] niet liggen bij de helden, enz.? Immers ja. Want waarom zouden zij het beter hebben dan zulke helden, die ook al henen onder gevaren zijn?

72) helle zijn nedergedaald

Dat is, ten grave met hunne wapenen, maar wijders, naar de ziel, in de plaats der verdoemden.

73) krijgswapenen,

Tot een teken van hunne dapperheid; als nog hedendaags wel gebruikelijk is in het begraven.

74) men gelegd heeft onder hun hoofden;

Hebreeuws, zij geleid hebben, gelijk dikwijls, dat is, wien men, naar de gewoonte van dien tijd en die landen, de zwaarden onder het hoofd legde, na hun dood, tot een teken hunner dapperheid.

75) ongerechtigheid nochtans

Dat is, straf hunner ongerechtigheidd; zie Lev. 5:1, en boven Ezech. 18:20.

Le 5.1 Eze 18.20

76) beenderen is,

Die niemand vermits hunne macht en vreeslijkheid, in hun leven heeft durven roeren, moeten in en na hunnen dood de straf hunner ongerechtigheid dragen, verrottende naar het lichaam en naar de ziel lijdende, met andere onbesnedenen en goddelozen.

Copyright information for DutKant