Genesis 18:1
1) hem de HEERE Namel, Abraham. 2) eikenbossen Zie boven, hoofdstuk. Gen. 13:18. Hier had Abraham zijn woonstede gekozen, nadat Lot van hem gescheiden was; boven Gen. 13:18. Ge 13.18,18Genesis 18:17
36) Zal ik Dat is, Ik zal het Abraham geenszins verbergen. Zie dergelijke manier van vragen, die stijf loochenen, 2 Sam. 7:5, verg. met 1 Kron. 17:4; Matth. 7:16. Verg. met Luk. 6:44. Zie ook Amos 3:7. 2Sa 7.5 1Ch 17.4 Mt 7.16 Lu 6.44 Am 3.7Genesis 18:22
48) die mannen Versta de twee engelen; zie hoofdstuk Gen. 19:1, want de HEERE bleef spreken met Abraham. Ge 19.1Genesis 19:18-19
35) tot hen: Te weten tot de engelen; richtende nochtans zijn woorden in het vervolg tot den Heere, die nu bij de twee engelen schijnt tegenwoordig geweest te zijn, zoals in het voorgaande hoofdst. bij Abraham geschied was. 36) genade Zie boven Gen. 6:8. Ge 6.8 37) opdat mij Lot is bezorgd dat het gebergte te ver zal zijn, en dat hij onder weg door dat verderf zou mogen overvallen worden. 38) kwaad Versta, het kwaad der straf, gelijk dit woord aldus dikwijls gebruikt wordt. Zie Deut. 31:17; 1 Kon. 9:9, en 1 Kon. 14:10; Jes. 45:7; Jer. 6:19; Amos 3:6. De 31.17 1Ki 9.9 14.10 Isa 45.7 Jer 6.19 Am 3.6Genesis 19:21
41) Ik heb Dat is, Ik zal u goedertieren zijn, en deze bede uit genade vergunnen. Zie deze manier van spreken onder Gen. 32:20, en vergelijk de aantekening. Ge 32.20Genesis 19:24
44) de HEERE Te weten, de Zoon van God, die van n wezen, macht en heerlijkheid is met den Vader, en hier tevoren in dit en het voorgaande hoofdstuk dikwijls JEHOVAH of HEERE is genoemd geweest; aan wien de Vader alle oordeel heeft overgegeven; Joh. 5:22. Joh 5.22 45) en vuur Tevoren heeft God een algemeen oordeel uitgevoerd door het water; hier gebruikt Hij een schrikkelijk en particulier oordeel door vuur, om daarmede te verteren de heilloze, verhitte Sodomieten. Een voorbeeld van de eeuwige straf; Openb. 19:20. Dit is geschied [volgens sommiger berekening] in het jaar na de schepping 2048. Re 19.20 46) Sodom Voeg hierbij Adama en Zebom uit Deut. 29:23; Hos. 11:8. Want al deze vier streden zijn tegelijk verbrand. De 29.23 Ho 11.8 47) van den Dat is, naar het gevoelen van vele treffelijke uitleggers, van den Vader, die door den Zoon werkt; Joh. 5:19. Joh 5.19Genesis 22:12
21) Strek uwe Door dit bevel openbaart nu God zijn verborgen raad en voornemen in deze verzoeking, hetwelk Hij in het voorgaande bevel, Gen. 22:2, niet gedaan had. Ge 22.2 22) nu weet Menselijker wijze van God gesproken, gelijk Gen. 22:1, want Abrahams godvruchtigheid was God tevoren genoeg bekend, maar Hij wordt gezegd nu daarvan kennis te hebben, omdat Hij haar door deze verzoeking aan zijn ganse kerk ten volle bekend had gemaakt. Zo wordt het Hebreeuwse woord genomen Ps. 139:23. Beproef mij en ken mijn gedachten. Want tevoren had hij gezegd Gen. 22:2: Gij verstaat mijn gedachten van verre. Ge 22.1 Ps 139.23 Ge 22.2 23) van Mij Hieruit blijkt dat het God zelf is, die hier spreekt.
Copyright information for
DutKant