Genesis 25:21

38) bad den

Anders, hield aan met bidden. In deze oefening des gebeds schijnt Izak zeer lang geweest te zijn, dewijl hij zijn twee zonen eerst gekregen heeft zestig jaren oud zijnde, onder, Gen. 25:26, toen hij twintig jaren met Rebekka was getrouwd geweest, Gen. 25:20. Het schijnt een plechtig of bestemd gebed geweest te zijn, hetwelk zij beiden eendrachtiglijk samen gedaan hebben, om God den HEERE kinderen af te bidden. Anderen verstaan dus, dat Izak alleen gebeden heeft voor Rebekka, als hebbende haar voor zich in zijn gedachten.

Ge 25.26,20

39) van hem

Hebr. voor, of aan hem, dat is, de HEERE liet zich tot zijn best verbidden.

Ezekiel 35:13

29) groot gemaakt,

Dat is, stout en trots tegen mij gesproken, mij met pochen en snorken als bespot. Zie van deze manier van spreken Ps. 35:26.

Ps 35.26

30) vermenigvuldigd;

Dat is, veel gesnaters tegen mij gevoerd. Het Hebreeuwse woord athar of gnathar heeft de betekenis van menigte, of overvloed van woorden, of zaken, meest in het goede, wanneer het genomen wordt van veel smeken, en ernstig of heftig hebben; [waarin menigte van woorden gebruikt wordt] of overvloed van allerlei zegen. Zie Gen. 25:21; Exod. 8:8, enz.; Jer. 33:6; maar hier van de trotse snaters en gesnaps, gelijk wanneer iemand [gelijk men zegt] de vlag voert. Alzo is het boven Ezech. 8:11 gebruikt van den overvloed van het afgodische reukwerk.

Ge 25.21 Ex 8.8 Jer 33.6 Eze 8.11
Copyright information for DutKant