Genesis 42:38

47) zijn broeder

Zoals hij meende; zie boven, Gen. 37:33,35.

Ge 37.33,35

48) overgebleven;

Te weten, van de kinderen van Rachel.

49) verderf

Zie boven, Gen. 42:4.

Ge 42.4

50) mijn grauwe

Hebr. mijn grauwigheid, grijzigheid.

51) ten grave

Zie Gen. 37:35.

Ge 37.35

Genesis 44:29

34) ten grave

Zie boven, Gen. 37:35, en onder, Gen. 44:31.

Ge 37.35 44.31

Genesis 44:31

Job 26:6

16) hel

Versta, alle diepe en verborgen plaatsen, ja ook de hel, welke het gezicht der mensen niet geraken kan. Alzo is het woord scheol genomen, Ps. 139:8. Zie ook Gen. 37:35.

Ps 139.8 Ge 37.35

17) voor Hem,

Dat is, voor God, die alles door zijn voorzienigheid doorziet en regeert.

18) verderf.

Versta, de plaatsen, waarin alle dingen verdorven worden en verloren gaan, en daaronder de plaats der verdoemden. Vergelijk Spreuk. 15:11, en Spreuk. 27:20.

Pr 15.11 27.20

Psalms 6:5

6) Keer weder,

Die Gij van mij schijnt gegaan te zijn, of mij den rug toegekeerd te hebben, omdat Gij mij nog niet verlost hebt.

Psalms 16:10

23) ziel

Dat is, mijn persoon, gelijk elders diwijls, waardoor wijders het dode lichaam onzes Heere Jezus Christus verstaan wordt. Verg. Lev. 19:28, en Ps. 94: 17, en zie hiervan Hand. 2:31, en Hand. 13:35, enz.

Le 19.28 Ps 94.17 Ac 2.31 13.35

24) hel

Dat is, graf. Of versta met sommigen, de helse pijn, die Christus in zijn lijden om onzentwil gedragen heeft. Zie van het Hebr. woord Gen. 37:35.

Ge 37.35

25) heilige

Te weten, Ik, Christus. Anders, goedertierene, weldadige, gunstgenoot. Verg. Deut. 33:8, en Ps. 4:4.

De 33.8 Ps 4.3

26) verderving

Zie Ps. 7:16.

Ps 7.15

27) zie.

Dat is, ondervinde, lijde, blijvende in het graf en verrottende, gelijk andere mensen. Verg. Ps. 34:13; Joh. 3:36, en Joh. 8:51, en zie Job 7:7.

Ps 34.12 Joh 3.36 8.51 Job 7.7

Ecclesiastes 9:10

40) Alles

Te weten al wat goed is en uwe beroeping vordert.

41) wat uw hand vindt

Zie Lev. 25:28, en Richt. 9:33.

Le 25.28 Jud 9.33

42) doe [dat]

Dat is, doe dat zo naarstiglijk en zo wel als gij kunt.

43) daar is geen werk,

Dat is, als gij dood zijt, zo zult gij niets van dit alles kunnen doen, dat men in dit leven doet.

44) verzinning,

Of, vernuft.

Isaiah 38:18

50) het graf

Dat is, de doden in het graf kunnen uwen lof niet verkondigen hier in deze wereld bij de levenden. Zie Ps. 6:6, en Ps. 30:10, en Ps. 88:11, en Ps. 115:17.

Ps 6.5 30.9 88.10 115.17

51) de dood

Dat is, de doden; anders de hel; dat is, die in de hel of in het graf zijn.

52) hopen.

Of, wachten, of vertrouwen.

Copyright information for DutKant