Genesis 5:32

20) vijfhonderd jaren

Hebr. een zoon van vijf honderd jaar. Dat is, Noach was zoveel jaren oud, of ging in het vijf honderdste jaar. Deze manier van spreken vindt men zeer dikwijls in de Heilige Schrift. Zie onder Gen. 7:6, Gen. 11:10, Gen. 17:17, enz.

Ge 7.6 11.10 17.17

21) gewon

Dat is hier te zeggen: hij begon te gewinnen, gelijk hoofdstuk 11:26, want deze drie zonen zijn in ‚‚n jaar niet geboren; maar eerst Jafeth, daarna Sem en ten laatste Cham. Zie hoofdstuk Gen. 9:24, Gen. 10:10; Sem wordt hier de eerste gesteld, als een godvruchtig voorvader van onzen Heere Jezus Christus naar het vlees, mitsgaders van alle Hebre‰n. Zie hoofdstuk Gen. 10:21, enz.

Ge 11.26 9.24 10.10,21

Isaiah 65:20

71) Van daar

Of, daaruit; te weten van of uit Jeruzalem.

72) een zuigeling

Of, een zoogkind, gelijk Jes. 49:15. Hebreeuws, een zuigeling der dagen; dat is, een jong kind, of een kind dat een jaar oud zijnde sterft; want dagen betekent somtijds een jaar; gelijk 1 Sam. 2:19, waar staat het offer der dagen voor het jaarlijkse offer.

Isa 49.15 1Sa 2.19

73) zijn dagen niet zal

Te weten die dagen, die tot een gemenen ouderdom behoren.

74) honderd jaren oud zijnde, maar een zondaar,

Hebreeuws, een honderd jaars zoon, of een zoon van honderd jaar. Zie de aantekening Gen. 5:32. Alzo straks, een zondaar een zoon van honderd jaar. Wat nu den zin van Jes. 65:20 aangaat, die is geestelijk en schijnt deze te zijn: Die eeuw zal veel anders zijn dan nu; heden ten dage sterven er velen, nog kinderen zijnde; anderen wel enigermate oud zijnde, hetzij zestig of zeventig jaren, maar weinigen die hun vollen ouderdom beleven en tot hunne honderd jaren komen; maar alsdan zal het met den enen gaan als met den anderen, met de jongelingen als met de ouden, zij allen zullen hunne dagen vervullen. Dit bevestigt hij aldus: Want een jongeling honderd jaren oud zijnde, zal sterven; dat is, een kind zal geen kind sterven, maar het zal den vollen tijd van zijn leven vervullen; maar een zondaar van honderd jaren zal vervloekt worden; dat is, een kind zal in het rijk van Christus een gelukzalige volmaaktheid des levens verkrijgen; maar in het rijk der wereld zal een zondaar, als hij zal schijnen tot de volmaaktheid des levens gekomen te zijn, vervloekt wezen. Anderen nemen het en verklaren het aldus: Vandaar zal het niet meer wezen een zuigeling [of kindje] van dagen, noch een oud man, wiens dagen niet zullen vervuld worden; maar een zondaar van honderd jaren zal vervloekt zijn; dat is, hoe langer hij leven zal, hoe meer hij aan den vloek zal onderworpen zijn.

Ge 5.32 Isa 65.20
Copyright information for DutKant