Isaiah 23:17

65) hoererij

Nagenoeg alle uitleggers verstaan hier door hoererij het vuil gewin der Tyri‰rs, hetwelk zij van hunne koopmanschap kregen van al de rijke en machtige personen, die in de landen, rondom hen gelegen, woonachtig waren.

Jeremiah 3:6

21) Josia:

Als de tien stammen van Isra‰l naar Assyri‰ al waren weggevoerd.

22) afgekeerde

Hebreeuws eigenlijk, afkerigheid. Anders: afkerige; in het vrouwelijk geslacht, passende op den volgenden tekst, waar Isra‰l bij ene hoer vergeleken wordt.

Jeremiah 3:8

24) scheidbrief

Haar overgevende in de hand der Assyri‰rs, die de tien stammen, als van Gods aangezicht en uit zijn land, gevankelijk hebben weggevoerd.

25) vreesde,

Zich niet ontzag, of niet schroomde het boze voorbeeld van Isra‰l na te volgen, niettegenstaande zij al die straffen, die Isra‰l waren overkomen, als voor ogen gezien had. Vergelijk onder Jer. 44:10, en Spreuk. 28:14.

Jer 44.10 Pr 28.14

Ezekiel 16:15-16

49) vertrouwd op uw schoonheid,

Even alsof gij die altijd behouden zoudt, hoe gij het ook met mij maaktet.

50) gehoereerd

Dat is, afgoderij bedreven, eensdeels in uw afgodendienst, anderdeels in uw snode verbintenissen met de volken. Zie van de geestelijke hoererij door afgodendienst, Lev. 17:7, en Lev. 20:5, en van de ongeoorloofde verbintenissen door God verboden, Exod. 23:32, en Exod. 34:12; Deut. 7:2,3, en van de Joden gemaakt, 2 Kron. 19:2, en 2 Kron. 20:35, enz.

Le 17.7 20.5 Ex 23.32 34.12 De 7.2,3 2Ch 19.2 20.35

51) vanwege uw naam;

Dat is, omdat gij den naam hebt van zeer schoon te zijn, en uit zulke oorzaak den wil u gemeen te maken tot verzadiging van uwen hoerachtigen aard.

52) zij.

Te weten uwe schoonheid. Vergelijk Jes. 57:5; Jer. 2:20,23,36 en Jer. 3:6.

Isa 57.5 Jer 2.20,23,36 3.6
53) hoogten,

Versta, altaren in hoge plaatsen den afgoden opgericht, en met bonte of breed geplekte klederen behangen, opdat zij, van verre gezien zijnde, de voorbijgangers tot afgoderij zouden aantrekken. Deze worden hier vergeleken bij de bedden der hoeren, welke schoon en kostelijk opgepronkt worden, om de minnaars aan te lokken, Spreuk. 7:16; waarom ook deze afgodische plaatsen der afgodendienaren bedden genaamd worden, Jes. 57:7.

Pr 7.16 Isa 57.7

54) [zulks] is niet gekomen,

De zin is dat het de Joden zo grof maakten met hunne afgoderij, dat zij huns gelijken niet hadden noch hebben zouden.

1 Corinthians 8:9-10

23) deze uwe macht

Namelijk die gij hebt, of vermeend te hebben in het gebruiken van zulke spijs.

24) een aanstoot

Het woord aanstoot beduidt somwijlen ene droefheid, die men heeft over hetgeen iemand onbehoorlijk doet, maar hier beduidt het ene vrijmoedigheid, die iemand neemt om te doen gelijk een ander, hoewel hij gevoelt dat de ander kwalijk doet, gelijk het volgende uitwijst.

25) die de kennis

Namelijk dat de afgod niets is, gelijk voren.

26) in der afgoden

Of, gelijk sommigen dit verstaan, aan de tafel der afgoden; dat is in den maaltijd, die ter ere van den afgod gehouden wordt.

27) gestijfd worden

Gr. gesticht; hetwelk hier ten kwade wordt genomen.

28) om te eten de

Namelijk daar hij het evenwel daarvoor houdt dat de afgod deze dingen heeft ontreinigd, of, gelijk de afgodendienaars spraken, zichzelven toegeheiligd.

1 Corinthians 10:14

29) Daarom, mijne

Dat is, dewijl wij dan deze voorbeelden van Gods straf aan de ene zijde en van Gods trouwe belofte aan de andere zijde hebben.

30) den afgodendienst.

Namelijk niet alleen die inderdaad zodanig is, maar ook die daartoe aanleiding of vermoeden zouden geven, of die tekenen daarvan zijn; van welke hij tot nog toe gesproken heeft.

1 Corinthians 10:21

40) Gij kunt den drinkbeker

Namelijk met recht en behoorlijkheid, alzo dat gij, zulks doende, ook Gode zoudt kunnen behagen. Zie dergelijke wijze van spreken Matth. 6:24; 2 Cor. 6:14.

Mt 6.24 2Co 6.14

41) tafel des Heeren

Dat is, der spijs en des dranks van de tafel des Heeren, die tot een teken van de gemeenschap met Christus van de Christenen wordt genoten.

42) der tafel der duivelen.

Dat is, der spijs en des dranks van de maaltijden, die tot een teken van de gemeenschap met de duivelen wordt genoten.

Copyright information for DutKant