Isaiah 8:14

53) Dan zal Hij

De Heere Christus zal ulieden ook heiligen door zijn bloed en Geest, en voorts ulieder eer en troost, toevlucht en bescherming zijn, waarvan het uiterlijk heiligdom een teken was.

54) den twee huizen

Dat is de twee koninkrijken, te weten van Juda en van de tien stammen. Doch versta dit alzo, dat de gelovigen dier beide koninkrijken hieronder niet begrepen zijn.

55) Isra‰l,

Dat is, van het volk Isra‰l.

Romans 9:32-33

81) uit het geloof,

Namelijk in Christus, gelijk in Rom. 9:33 wordt uitgedrukt.

Ro 9.33

82) uit de werken der wet,

Namelijk waarin zij ver tekort zijn gekomen, gelijk de apostel tevoren geleerd heeft; Rom. 3:20.

Ro 3.20

83) aan den steen des aanstoots;

Dat is, zij hebben zich ge‰rgerd aan den geringen uiterlijken stand en het kruis van Christus. Zie 1 Cor. 1:23.

1Co 1.23
84) Gelijk geschreven is:

Namelijk bij den profeet Jesaja Jes. 8:14, en Jes. 28:16, welke twee plaatsen de apostel bijeenvoegt. En wordt Christus hier genaamd een steen des aanstoots, ten aanzien van de ongehoorzamen en wederspannigen, gelijk Petrus verklaart; 1 Petr. 2:7,8.

Isa 8.14 28.16 1Pe 2.7,8

1 Corinthians 1:23-24

53) ene ergenis en

Namelijk vanwege Zijn geringen en verachten staat in de wereld, overmits zij een machtigen koning in de wereld verwachten, die hen als kleine koningen over anderen zou doen heersen. Zie ook Luk. 2:34.

Lu 2.34

54) ene dwaasheid;

Namelijk dat wij het leven door den dood van een gekruisigden mens zouden verwerven.

55) die geroepen zijn,

Namelijk niet alleen uitwendig door het Woord, want alzo zijn ook de voorgaanden, die verloren gaan, geroepen; maar ook inwendig en krachtig door den Geest Gods en naar Zijn voornemen; Rom. 8:28,30 en hier 1 Cor. 1:26,27.

Ro 8.28,30 1Co 1.26,27

56) [prediken wij]

Hierdoor kan verstaan worden, •f de predikatie van Christus, welke tevoren, 1 Cor. 1:18, ook de kracht Gods is genoemd; •f Christus zelf, die de macht en wijsheid Gods genoemd wordt, omdat Hij is het uitgedrukte beeld van den persoon des Vaders, door welken Hij Zijn goddelijke macht en wijsheid, in het verlossen des mensen, boven alle dingen heeft betoond, 1 Cor. 1:30. Zie Spreuk. 8:1; Matth. 11:19; Luk. 11:49.

1Co 1.18,30 Pr 8.1 Mt 11.19 Lu 11.49

2 Corinthians 2:16

31) een reuk des doods ten dode;

Dat is, die dodelijk is en hun den dood toebrengt. Niet dat het Evangelie uit zijne natuur iemand den dood toebrengt, want het is een dienst des levens, 2 Cor. 3:6,7, en ene kracht Gods ter zaligheid allen die geloven, Rom. 1:16, maar omdat degenen, die ongelovig zijn, door hun eigen moedwilligheid, zich daartegen stellen, en alzo Gods zwaarder oordeel over zich trekken. Zie Joh. 3:36; 1 Petr. 2:7,8.

2Co 3.6,7 Ro 1.16 Joh 3.36 1Pe 2.7,8

32) bekwaam?

Of, genoegzaam, namelijk uit zichzelven, of door zichzelven, gelijk hierna verklaard wordt 2 Cor. 3:5,6.

2Co 3.5,6

1 Peter 2:6-7

15) Daarom is ook

Namelijk ten dele Jes. 8:14, en Jes. 28:16, en ten dele Ps. 118:22; uit welke plaatsen de apostel Petrus deze woorden haalt, latende enige woorden uit, die tot zijn voornemen niet dienden, maar den zin daarvan oprechtelijk aanhalende. Anderen zetten het over: Daarom vervat Hij [namelijk God] ook in de Schrift.

Isa 8.14 28.16 Ps 118.22

16) een uitersten Hoeksteen,

Zie hiervoor de aantekeningen 1 Petr. 2:4. 17 niet beschaamd worden. Dat is, in zijn verwachting niet bedrogen worden; gelijk Rom. 5:5, en Rom. 10:11.

1Pe 2.4,17 Ro 5.5 10.11
18) dierbaar;

Of eerlijk. Grieks dierbaarheid, of eerlijkheid; dat is, zeer eerlijk of dierbaar.

19) maar den ongehoorzamen

Namelijk in den Ps. 118:22, en Jes. 8:14, waarvan zie de verklaring Matth. 21:42; Ef. 2:20.

Ps 118.22 Isa 8.14 Mt 21.42 Eph 2.20

20) Deze is geworden tot

Namelijk voor Gods gemeente, niettegenstaande allen wederstand en woeling, die de ongehoorzamen daartegen hebben gedaan.

21) een steen des aanstoots,

Namelijk voor de ongehoorzamen zelf, die zich tegen dezen steen door ongeloof hebben gekant, gelijk 1 Petr. 2:8 verklaart.

1Pe 2.8
Copyright information for DutKant