Jeremiah 2:36
97) veel uit, Hebreeuws, zeer. 98) veranderende Nu tot dezen, dan tot genen reizende om hulp. 99) Egypte Dat is, de Egyptenaars, alzo Assur, dat is, de Assyrirs. 100) beschaamd Vergelijk Jes. 30:3,4,5; onder Jer. 37:7; Hos. 5:13, enz. Isa 30.3,4,5 Jer 37.7 Ho 5.13 101) Assur Zie 2 Kron. 28:20,21. De Heere wil zeggen, gelijk gij met den een bedrogen zijt uitgekomen, alzo zal het u ook gaan met den ander. 2Ch 28.20,21Jeremiah 22:20
44) Klim Gij dochter mijns volks; dat is, gij volk van Juda. 45) Libanon Deze bergen waren in het noorden en noord-oosten van Kanan gelegen, naar Assyri toe. 46) roep, Aan de Assyrirs om hulp; dit is spottenderwijze gesproken, gelijk volgt. 47) verhef uw stem Hebreeuws, geef. 48) veren; Of, overvaarten; te weten de rivieren, die men moest overgaan naar Egypte, dat de Egyptenaars u te hulp komen. Hebreeuws, Abarim, dat sommigen nemen voor het gebergte Abarim, waarvan Num. 33:47. Nu 33.47 49) maar Het is tevergeefs, wil de Heere zeggen, want beiden, Assyrirs en Egyptenaars, zijn van den koning van Babel tenonder gebracht, verwoest en machteloos gemaakt. Vergelijk boven Jer. 2:36; Ezech. 16:26,28, en Ezech. 23:7,8. Jer 2.36 Eze 16.26,28 23.7,8 50) verbroken. Zie boven Jer. 4:6. Jer 4.6
Copyright information for
DutKant