Jeremiah 3:16

42) vermenigvuldigd

Door de predikatie van het Evangelie, gelijk geschied is bij den tijd des Heeren Christus en van zijne apostelen; zie enig begin hiervan Hand. 1:15; 1 Cor. 15:6, en daarna Hand. 2:41, en Hand. 4:4, enz.

Ac 1.15 1Co 15.6 Ac 2.41 4.4

43) ark des verbonds

Dat is, de ceremoni‰n van het Oude Testament [waaronder de ark mede het voornaamste stuk was] zullen ophouden, als zijnde schaduwen en voorbeelden op den Messias, Jezus Christus, die alsdan gekomen zijnde alles zal volbrengen en maken dat zijne kerk God dient in geest en waarheid in alle plaatsen. Zie Joh. 4:21,23; 1 Tim. 2:8, enz.

Joh 4.21,23 1Ti 2.8

44) opkomen;

Dit wordt door de volgende woorden verklaard. Vergelijk Jes. 65:17, en onder Jer. 7:31.

Isa 65.17 Jer 7.31

45) niet gedenken,

Niet zoals tevoren, en ten gebruike van den godsdienst. Vergelijk onder Jer. 16:14.

Jer 16.14

46) gemaakt

Of, vermaakt worden; of [dat, of zulks alles] zal er niet meer geschieden, of gedaan worden. Anders: zij zal niet meer groot gemaakt, dat is hoog geacht en geroemd worden, omdat de Zoon Gods in het vlees zal geopenbaard zijn, gelijk het woord maken alzo bij sommigen ook genomen wordt; Deut. 32:6; 1 Sam. 12:6, en elders.

De 32.6 1Sa 12.6

Jeremiah 7:31

53) Tofeth,

Zie van dezen gruwel 2 Kon. 23:10.

2Ki 23.10

54) zoons van Hinnom

2 Kon. 23:10 genoemd het dal der kinderen [Hebreeuws zonen] van Hinnom. Zie aldaar, en onder Jer. 32:35.

2Ki 23.10 Jer 32.35

55) geboden,

Maar wel scherpelijk verboden en verfoeid. Zie Lev. 18:21.

Le 18.21

56) hart

Of, op, over mijn hart opgeklommen; menselijk van God gesproken, gelijk wij zeggen: Het is mij nooit in den zin gekomen, het is niet eens in mijn hart opgekomen, in mijne gedachten opgeklommen; versta, dat Ik hun zulke gruwelen zou gebieden, of dezelve mij laten gevallen; vergelijk boven Jer. 3:16, en onder Jer. 19:5, en Jer. 32:35, en Jer. 51:50; idem Ezech. 11:5, en Ezech. 14:4, en Ezech. 20:32, en Ezech. 38:10; Luk. 24:38. Dezelfde manier van spreken wordt wat anders gebruikt onder Jer. 44:21, voor ter harte nemen, of iets dat in het hart opkomt om daarop te letten en dat te straffen.

Jer 3.16 19.5 32.35 51.50 Eze 11.5 14.4 20.32 38.10 Lu 24.38 Jer 44.21
Copyright information for DutKant