Jeremiah 4:23

61) land aan,

Het Joodse land.

62) woest

Zie Gen. 1:2. Dit is een figuurlijke beschrijving en levendige vertoning van een algemene en verschrikkelijke verwoesting en ru‹ne van het Joodse land.

Ge 1.2

63) licht

Dat is, de hemel was donker en zwart, vergelijk Jes. 5:30, en Jes. 50:3, onder Jer. 4:28.

Isa 5.30 50.3 Jer 4.28

Jeremiah 4:25-27

65) weggevlogen.

Hebreeuws, weggezworven, of weggevloden. Zie onder Jer. 9:10, en Jer. 50:3.

Jer 9.10 50.3
66) vruchtbare land

Hebreeuws, Karmel; zie boven Jer. 2:7.

Jer 2.7

67) zijn steden

Van het vruchtbare land, die daarin of aan gelegen waren

68) den HEERE,

Hebreeuws, vanwege het aangezicht des Heeren. Hetwelk enigen nemen voor zijn toorn, zijn toornig aangezicht; zie boven Jer. 3:12.

Jer 3.12
69) woestheid zijn

Dat is, overal zeer verwoest.

70) voleinding

Of, vernieling, vertering; vergelijk onder Jesr. 5:10,18; Ezech. 11:13, en Ezech. 20:17; dat is, Ik zal het niet gans uitmaken, maar mijne genade nog onder mijn toorn mengen, en mij een overblijfsel en zaad behouden in Jakob; zie onder Jer. 30:11, en Jer. 46:28. Dit voegt God hier in, onder deze verschrikkelijk dreigementen, tot troost der uitverkorenen en gelovigen; sommigen verstaan dat de zin dezer woorden is: Het zal hiermede nog niet gedaan zijn, mijn toorn en oordeel zal hiermede nog geen einde hebben, maar wijders voortgaan, en lang duren over dit land, waarop zij dan passen den rouw der aarde en des hemels, waarvan in het volgende. Deze manier van spreken wordt in een anderen zin gebruikt van zondaars, die ten uiterste misdaan en de maat vervuld hebben; zie Gen. 18:21.

Jer 5.10,18 Eze 11.13 20.17 Jer 30.11 46.28 Ge 18.21

Jeremiah 9:10

18) herdershutten

Of weiden, waar de herders hunne woningen of hutten hebben.

19) afgebrand,

Dat is, het zal alzo zekerlijk gebeuren; en zo in het volgende.

20) zijn zij weggezworven,

Gelijk onder Jer. 50:3.

Jer 50.3

Hosea 4:3

6) land treuren,

Om den inwoners de gruwelijkheid hunner zonden en derzelver verdiensten voor ogen te stellen, moet het land, en al wat er in is, lijden; alzo dikwijls bij de profeten.

7) kwelen,

Of, kwijnen, flauw, of amechtig worden.

8) weggeraapt worden.

Hebreeuws eigenlijk, verzameld, dat is, vergaan, sterven, samengeraapt en weggeworpen worden, als een stinkend aas; zie van het Hebreeuwse woord Ps. 26:9.

Ps 26.9
Copyright information for DutKant