Jeremiah 8:22

47) balsem

Zie Gen. 37:25, en onder Jer. 46:11. Gelijk er menigte van kostelijke specerijen en kruiden in Gilead geweest is, alzo dat men ze ook vandaar in andere landen placht te vervoeren, zo schijnt het dat er ook kloeke geneesheren geweest zijn. Maar deze manieren van spreken duiden sommigen klagenderwijze op de verachting der geestelijke middelen, waardoor zij deze ellenden zouden moeten ontgaan, te weten de ware bekering en navolging van den raad der getrouwe profeten. Anderen verstaan het als ene bespotting der ijdele middelen, door welke het volk tevergeefs dit kwaad poogde te ontgaan, beide in een goeden zin, maar op het eerste past hier zeer wel het begin van Jer. 9.

Ge 37.25 Jer 46.11

48) heelmeester

Chirurgijn of medicijnmeester.

49) gezondheid

Of, heling.

50) gerezen?

Of, waarom heeft zij niet toegenomen; dat is, waarom is mijn volk niet gezond geworden, of geheeld, verbeterd? Zie dezelfde manier van spreken 2 Kron. 24:13; Neh. 4:7, en onder Jer. 30:13,17, met de aantekening.

2Ch 24.13 Ne 4.7 Jer 30.13,17

Jeremiah 30:13

22) die uw zaak oordeelt,

Dat is, die de zaak van uw gezwel zich aantrekt en onderzoekt of en hoe gij in deze ellende te helpen zijt.

23) gezwel;

Of, de wonde. In deze betekenis wordt het Hebreeuwse woord ook gebruikt Hos. 5:13; Obad.:7, en wordt nergens meer in de Heilige Schriftuur gevonden. Anders: tot verbinding, of uitdrukking, dat is, dat uwe wonden verbonden, uitgedrukt, gezuiverd en geheeld mochten worden.

Ho 5.13

24) heelpleisters.

Hebreeuws, helingen, of genezingen der opklimming, of opkoming, opgang; dat is, men legt geen pleisters op uwe wonden, dat de gezondheid zou mogen opkomen, opklimmen; dat is, toenemen, of dat er littekens mochten opkomen. Vergelijk Neh. 4:7, en onder Jer. 30:17. Anders: opkomingen van genezingen, door omzetting van de woorden, gelijk in het Hebreeuws somtijds geschiedt.

Ne 4.7 Jer 30.17

Jeremiah 33:6

15) haar de

Der stad Jeruzalem en mijner kerk.

16) gezondheid

Of, een pleister en medicijn opleggen; zie boven Jer. 30:13,17.

Jer 30.13,17

17) henlieden genezen,

De inwoners van Jeruzalem en leden mijner kerk.

18) openbaren

Onvoorziens, en daar het buiten alle hoop scheen te zijn.

19) vrede en waarheid.

Door den Messias; vergelijk Joh. 1:17. Anders: een bestendigen, vasten, of gewissen vrede.

Joh 1.17

Jeremiah 46:11

23) Gilead,

Zie Gen. 37:25, met de aantekening.

Ge 37.25

24) haal

Hebreeuws, neem. Zie boven Jer. 37:17.

Jer 37.17

25) balsem,

Om de geslagen wonden te genezen. Vergelijk boven Jer. 8:22, en onder Jer. 51:8.

Jer 8.22 51.8

26) jonkvrouw,

Dat is, gij volk of inwoners van Egypte, die met uwe menigte, macht, weelde en onoverwinnelijkheid praalt, alsof u niemand zou kunnen overweldigen of schofferen, gelijk een jonge dochter praalt met hare schoonheid en maagdelijken staat. VergelijK 2 Kon. 19:21.

2Ki 19.21

27) heling voor u.

Of, pleister. Hebreeuws, opgang, rijzing, opkomen, enz., [zie boven Jer. 30:13,17] zodat al uw medicineren niet helpen zal.

Jer 30.13,17
Copyright information for DutKant