Job 28:3

6) Het einde,

Dat is, de uiterste grenzen van alle groeven, kuilen, holen en spelonken der aarde.

7) [dat God]

Anderen voegen hier in het woord mens, en vertalen Job 28:3 aldus: [De mens] stelt een einde voor de duisternis en voor alle voleinding, die hij onderzoekt, als het gesteente der donkerheid en des doods schaduw.

Job 28.3

8) duisternis,

Versta de dingen, die in het allerdiepste en duisterste der aarde verborgen liggen, als metalen, gesteenten, enz., gelijk blijkt uit de volgende woorden.

9) al het uiterste

Of, alle volmaaktheid; datis al wat dienstig is om enige werken daaruit of daarmede te maken.

10) hij:

Te weten, de mens.

11) donkerheid

Dat is, hetwelk in het donker is. Van des doods schaduw, zie boven, Job 3:5.

Job 3.5
Copyright information for DutKant