John 3:8

13) De wind

Grieks de geest; dat is de wind, gelijk uit het navolgende blijkt.

14) blaast, waarheen

Of, waait.

15) geluid; maar

Grieks stem.

16) van waar hij

Dat is, vanwaar hij gedreven wordt, waar hij zijn begin heeft, of zijn einde neemt.

17) alzo is een iegelijk,

Dat is, des Geestes werkingen wordt gij wel gewaar, maar hoe het toegaat begrijpt gij niet; Pred. 11:5.

Ec 11.5

Acts 2:2

5) haastelijk uit

Dat is, onvoorziens.

6) gedreven

Dat is, met sterk gedruis waaiende.

7) wind, en

Of, blas. Deze wind beduidde den Heiligen Geest, die den apostelen gegeven is, en door den dienst der apostelen zou worden gegeven, en doordringen tegen alle geweld.

Copyright information for DutKant