Leviticus 17:10

11) mijn aangezicht zetten,

Hebreeuws, Ik zal mijn aangezicht geven tegen die ziel; dat is, Ik zal op dien mens vergramd zijn, zodat Ik hem tegenstaan en tot vijand wezen zal, en mijn werk daarvan maken, om rechtvaardige straf en wraak jegens hem uit te voeren. Alzo onder, Lev. 20:3, en Lev. 26:17; Ezech. 14:8, enz.

Le 20.3 26.17 Eze 14.8

2 Chronicles 30:9

24) uw broederen

Zie boven op het einde van 2 Kron. 30:6.

2Ch 30.6

25) barmhartigheid

Hebreeuws, ter barmhartigheid zijn.

Psalms 13:1

1) opperzangmeester.

Zie Ps. 4:1.

Ps 4.1

2) steeds

Of, gestadiglijk, geduriglijk, altoos eeuwiglijk, ten enenmale, ganselijk. Het Hebr. woord betekent sterkte, overwinning, en voorts eeuwigheid, langdurigheid, omdat de eeuwigheid en langdurigheid aanhouden, doordringen, immers voortgaan, en [om zo te spreken] alles ten enenmale overwinnen. Verg. Ps. 4:1.

Ps 4.1

3) vergeten?

Verg. Gen. 8:1, en Gen. 19:29.

Ge 8.1 19.29

4) verbergen?

Verg. Deut. 31:17, en Job 13:24.

De 31.17 Job 13.24

Psalms 31:16

23) tijden

Dat is, mijn leven en al mijn wedervaren; hoe het mij ook zou mogen gaan, ik weet dat het alles aan U hangt, dat Gij het alles regeert, en dat het niets is in mijner vijanden macht.

Psalms 34:16

23) De ogen

Gelijk boven, Ps. 33:18.

Ps 33.18

Psalms 51:9

16) hysop

Dat is, door de besprenging met het bloed van den Messias, afgebeeld door de ceremoni‰n, waarvan te zien is. Lev. 14:4,5,6,7; Num. 19:6,9, zie de aantekening aldaar; en van hysop; 1 Kon. 4:33.

Le 14.4,5,6,7 Nu 19.6,9 1Ki 4.33

Psalms 80:3

8) Wek

Dat is, toon en doe uwe macht blijken, die nu een tijdlang als geslapen heeft.

9) Efra‹m

9) Benjamin

9) Manasse,

Dat is, voor de stammen of nakomelingen van Efra‹m, Benjamin en Manasse. Deze drie stammen waren bij elkander gelegerd aan de westzijde des tabernakels, Num. 2:17,18,20,22, en Num. 10:21,22,23,24. Daarom worden zij hier en 1 Kron. 9:3, en elders meer, gelijkelijk genoemd.

Nu 2.17,18,20,22 10.21,22,23,24 1Ch 9.3

Psalms 80:7

17) onzen naburen

Te weten, de Edomieten, gelijk Ps. 79:4, en andere goddelozen.

Ps 79.4

18) tot een

Dat is, zij twisten en dwarsdrijven dagelijks tegen ons. Of, zij twisten onder elkander, wie de eer zal hebben van ons te onderdrukken.

19) spotten

Te weten, met ons, als zij zien dat het ons kwalijk gaat.

Psalms 80:19

Copyright information for DutKant