Numbers 22:5
8) Bileam, Hij wordt Joz. 13:22 genoemd een voorzegger. Zie onder, Num. 24:1. De apostel Petrus noemt hem een profeet, 2 Petr. 2:16. Jos 13.22 Nu 24.1 2Pe 2.16 9) Pethor, Een stad in Mesopotami, onder, Num. 23:7; Deut. 23:4. Nu 23.7 De 23.4 10) rivier is, Te weten, de Eufraat. 11) in het land der kinderen zijns volks, Dat is, in zijn, te weten Bileams vaderland, hetwelk was Mesopotami, gelijk blijkt onder, Num. 23:7. Nu 23.7 12) gezicht des lands bedekt, Hebreeuws, oog. Zie Exod. 10:5,15; alzo Num. 22:11. Ex 10.5,15 Nu 22.11Numbers 23:7
4) hief hij zijn spreuk op, Door het woord opheffen wordt hier te kennen gegeven, dat Bileam zijn stem verheven en overluid gesproken heeft. 5) Syrie heeft mij Balak, Te weten, Mesopotami, hetwelk in Syri gelegen is, Deut. 23:4. Hebreeuws, Aram. De 23.4 6) Jakob, en kom, scheld Isral! Dat is, de nakomelingen van Jakob. Alzo straks Isral, dat is, de Isralieten.Numbers 24:1
1) ditmaal niet heen, Hebreeuws, gelijk maal in maal. 2) tot de toverijen; Hebreeuws, de toverijen tegemoet. Versta, de onbehoorlijke manier van voorzeggingen, die hij gebruikt had, en die van God voor toverij gehouden wordt. 3) naar de woestijn. Waar de kinderen Israls hun leger hadden in het veld der Moabieten.Numbers 24:14
24) ik zal u raad geven, Dat is, ik zal u raad geven en meteen waarschuwen. Sommigen verstaan door den raad hier de navolgende profetie; anderen den goddelozen raad, waarvan onder, Num. 25, vergelijk met Num. 31:16, en Openb. 2:14. Nu 31.16 Re 2.14 25) in de laatste dagen. Te weten, ten tijde Davids, gelijk geschreven staat 2 Sam. 8:2. 2Sa 8.2Deuteronomy 23:4-5
3) met brood en met water, Zie boven, Deut. 2:28. De 2.28 4) hij tegen u gehuurd heeft Bileam, Namelijk, de Moabiet; Num. 22:3,4,5, enz. Nu 22.3,4,5 5) Mesopotamie, Hebreeuws, Aram Naharajim; dat is, Syri der twee rivieren. Zie Gen. 24:10. Ge 24.10Joshua 24:9-10
7) hij streed Dat is, wilde, of gedacht te strijden. Zie Richt. 11:25; vergelijk Joh. 10:32,33, waar stenigen voor willen stenigen gebruikt wordt; zodat het schijnt dat dit te verstaan is van Balaks vijandelijk gemoed, hetwelk hij tegen Isral heeft betoond, eerst toen hij hen door Bileam heeft willen doen vervloeken; daarna, toen hij door de Moabietische vrouwen de Isralieten tot hoererij, daarna tot afgoderij heeft gebracht, en alzo den toorn Gods over hen heeft doen komen, door Bileams raad. Jud 11.25 Joh 10.32,33Revelation of John 2:14
43) dat gij Dat is, onder u nog laat verkeren en leren, gelijk Openb. 2:20 wordt verklaard, zonder die door de macht van den kerkelijken ban uit het midden van u te weren; gelijk het tegendeel hiervan tevoren was geprezen in den engel der gemeente van Efeze Openb. 2:2. Re 2.20,2 44) van Balam Namelijk waarvan de historie Num. 22,23,24, beschreven is; die, daar hem God niet toeliet de Israelieten te vloeken, aan Balak den koning der Moabieten ried, dat hij hen zou verlokken tot hun afgodische maaltijden, en tot hoererij door enige dochters en vrouwen, die hij in het leger der Israelieten heeft gezonden, gelik te zien is Num. 25:1, enz., vergeleken met Num. 31:16; opdat zij zo in Gods ongenade zouden mogen vervallen, gelijk geschied is. Hetwelk een gans duivelse raad was, tegen welke soorten van mensen Petrus in zijn tweeden zendbrief en ook Judas hebben geschreven. Nu 25.1 31.16
Copyright information for
DutKant