Philippians 3:20-21

84) onze wandel

Of, burgerschap, dat is, burgerlijke verkering en wijze van leven der rechte Christenen. Zie Filipp. 1:27.

Php 1.27

85) is in de hemelen,

Dat is, zodanig, dat zij altijd trachten niet naar aardse dingen, maar naar hemelse, en naar de heerlijkheid, die in de hemelen is weggelegd. Zie Col. 3:1,2.

Col 3.1,2

86) waaruit wij

Grieks uit welke; namelijk plaats der hemelen. Zie dergelijke Matth. 2:9.

Mt 2.9

87) verwachten,

Namelijk om te komen oordelen de levenden en de doden; Hand. 1:11.

Ac 1.11
88) vernederd lichaam

Grieks het lichaam onzer vernedering, of, ons lichaam der vernedering; dat is, dit ons sterflijk en verderflijk lichaam.

89) veranderen zal,

Het Griekse woord betekent in gedaante of hoedanigheid veranderen. Zie 1 Cor. 15:52, enz.

1Co 15.52

90) gelijkvormig worde

Namelijk in onverderflijkheid, onsterflijkheid en andere geestelijke eigenschappen. Zie 1 Cor. 15:48,49.

1Co 15.48,49

91) Zijn heerlijk lichaam,

Grieks het lichaam Zijner heerlijkheid, of Zijn lichaam der heerlijkheid, namelijk hetwelk Hij na Zijne opstanding, en nu nog in den hemel heeft.

92) naar de werking,

Dat is, naar Zijn goddelijke en alvermogende kracht, waardoor Hij alles vermag, en derhalve ook de opwekking en verandering onzer lichamen teweeg kan brengen.

Copyright information for DutKant