Philippians 4:1

1) dan, mijn geliefde

Namelijk dewijl onze burgerlijke verkering in den hemel is, en aldaar zulk ene heerlijkheid naar lichaam en ziel van Christus ons bereid is, gelijk in het laatst van het voorgaande hoofdstuk verklaard wordt, waarop deze woorden zien.

2) zeer gewenste

Grieks zeer begeerde; dat is, die ik met grote begeerte en genegenheid des harten bemin, en naar welke ik zeer verlang. Zie Filipp. 1:8.

Php 1.8

3) mijn blijdschap

Dat is, die mij oorzaak geeft, dat ik mij over uw geloof en Christelijken wandel verblijd en verheug.

4) en kroon,

Dat is, ene eer en sieraad van mijn dienst, door welke gij tot Christus bekeerd zijt. Alzo wordt een deugdzame vrouw genaamd ene kroon haars mans, Spreuk. 12:4, en godzalige kinderen ene kroon hunner ouders, Spreuk. 17:6. Zie 1 Thess. 2:19; Openb. 3:11.

Pr 12.4 17.6 1Th 2.19 Re 3.11

5) staat

Dat is, blijft standvastig; ene gelijkenis, genomen van krijgslieden, die in den strijd niet wijken noch vluchten, maar staande blijven. Zie 1 Cor. 16:13; Gal. 5:1; Ef. 6:11; Col. 4:12; 2 Thess. 2:15.

1Co 16.13 Ga 5.1 Eph 6.11 Col 4.12 2Th 2.15

6) alzo

Namelijk gelijk gij tot nog toe gedaan hebt. Of, gelijk ik u nu onderwezen heb.

7) in den Heere,

Dat is, in het geloof en de gehoorzaamheid des Heeren Christus. Of, door de kracht des Heeren.

1 Thessalonians 2:19

46) onze hoop

Dat is, stof of oorzaak van hoop en blijdschap.

47) kroon

Dat is, heerlijke roem, gelijk 1 Thess. 2:20 verklaart.

1Th 2.20

48) Zijt

Namelijk benevens andere gemeenten door mij tot Christus bekeerd, waarover ik in Christus mag roemen, en mij de eeuwige roem, blijdschap en heerlijkheid van God uit genade zal worden vergolden. Zie 2 Tim. 4:7.

2Ti 4.7
Copyright information for DutKant