Proverbs 31:15

37) huis

Dat is, haar huisgezin. Zie Gen. 7:1.

Ge 7.1

38) spijze,

Het Hebreeuws woord tereph betekent wel eigenlijk roof, of kost, die met roven gekregen wordt; gelijk Num. 23:24; Job 24:5; maar het is ook voor anderen kost genomen, gelijk hier en Ps. 111:5; Mal. 3:10; gelijk ook het woord hitriph, boven Spreuk. 30:8, zoveel is als voeden met gewone spijs.

Nu 23.24 Job 24.5 Ps 111.5 Mal 3.10 Pr 30.8

39) bescheiden

Zie Job 23:12.

Job 23.12

Proverbs 31:21

51) huis niet

Dat is, huisgezin. Alzo boven Spreuk. 31:15 en terstond weder in Spreuk. 31:21.

Pr 31.15,21

52) sneeuw;

Versta hieronder allerlei soorten van ongemak, hetwelk uit de lucht komt.

53) met dubbele

Dat is, met twee pak klederen. Anders: met scharlaken; dat is, niet alleen ter noodzakelijkheid, om de koude te weren, maar ook tot versiering dergenen, die tot het huisgezin ener grote vrouw behoren. Sommigen verstaan door haar huis niemand dan haar man en hare kinderen. Niettemin alzo het schijnt dat het scharlaken in die landen redelijk algemeen is geweest, 2 Sam. 1:24, het is niet ongelooflijk dat enige dienaren en staatvrouwen van zulke huisgezinnen die klederen mede gebruikt mogen hebben, en daarom nog veel meer voorzien waren van de andere klederen, die hen tegen den nood der koude dienden.

2Sa 1.24
Copyright information for DutKant