Psalms 51:17

30) open

Leg in mijnen mond een nieuw lied. Zie Ps. 40:4. Hij wil zeggen dat zijn mond door de droefenis over zijne zonden en betrachting zijner onwaardigheid, als gesloten was, en door Gods genade en troost des Heiligen Geestes moest geopend worden.

Ps 40.3

Psalms 147:3

6) Hij geneest de

Zie de aantekening bij Ps. 30:3, en Ps. 34:19, en Ps. 51:19.

Ps 30.2 34.18 51.17

7) Hij verbindt hen

Dat is, Hij geneest hunne wonden, gelijk Luk. 4:18; verg. met Jes. 61:1, en met Ezech. 43:16.

Lu 4.18 Isa 61.1 Eze 43.16

Isaiah 42:3

8) Het gekrookte riet

Dat is, Hij zal geduld hebben met de zwakheden der arme zondaars, en Hij zal hun verslagen conscienti‰n verkwikken en hen vertroosten door de belofte van de vergeving hunner zonden. Zie Ps. 34:19; Matth. 11:28.

Ps 34.18 Mt 11.28

9) de rokende vlaswiek

Dat is, de wiek, die in de lamp schier uitgebrand is, nauwelijks schijnsel of licht meer gevende, maar alleen nog rokende.

10) met waarheid

Dat is, oprechtelijk, getrouwelijk, want waarheid betekent hier trouw.

11) voortbrengen.

Of, uitvoeren, en dienvolgens overwinnen, gelijk waarheid en recht eindelijk overwinnen. Zie Matth. 12:20.

Mt 12.20

Isaiah 57:15

Isaiah 61:1

1) Geest

Dit spreekt Christus, gelijk af te nemen is Luk. 4:17, enz. Zie Joh. 1:33.

Lu 4.17 Joh 1.33

2) gezalfd heeft,

Door deze zalving wordt verstaan dat Christus naar zijn menselijke natuur met de gaven van den Heiligen Geest zonder mate begaafd en versierd is geworden; en naar den gansen persoon tot onzen Koning, Priester en Profeet van den Vader is verordineerd geworden; zie Hebr. 1:9.

Heb 1.9

3) om een blijde boodschap

Of, om een goede boodschap te verkondigen of te prediken. Welke tijding of boodschap is dat? Van de vergeving der zonden, zie Ps. 40:10, en Ps. 96:2.

Ps 40.9 96.2

4) den zachtmoedigen;

Of, nederigen, Luk. 4:18, waar deze woorden van den profeet aangehaald worden, staat den armen, te weten den armen van geest, Matth. 5:3; want den zodanigen wordt het Evangelie gepredikt; Matth. 11:5.

Lu 4.18 Mt 5.3 11.5

5) om te verbinden

Versta dit geestelijkerwijze, namelijk van de vertroosting der ziel, die door de predikatie van het heilig Evangelie geschiedt.

6) de gebrokenen

Dit zijn degenen, die bedroefd en verslagen van harte zijn vanwege hun menigvuldige zonden en overtredingen; zie Ps. 34:19, en Ps. 51:19; Jes. 57:15.

Ps 34.18 51.17 Isa 57.15

7) den gevangenen

Dat is, dengenen, die onder het geweld des duivels of van zijne aanhangers gevangen liggen, vanwege hun begane zonden; Rom. 7:23; 2 Tim. 2:26, en 2 Tim. 3:6; zie Jes. 42:7.

Ro 7.23 2Ti 2.26 3.6 Isa 42.7

8) uit te roepen,

Of, te prediken, te verkondigen.

9) den gebondenen

Dit is hetzelfde, dat straks gezegd is, met andere woorden.

Isaiah 66:2

4) Want Mijn

Dit wordt Hand. 7:50 vragenderwijze gesteld: Heeft niet mijne hand dit alles gemaakt?

Ac 7.50

5) hand

Dat is, macht.

6) en al deze dingen

Of, alzo, dies, daarom.

7) zijn geweest,

Dat is, bestaan, te weten door mijne kracht. Zie Job 41:2, en Ps. 119:91, of zijn, is te zeggen blijven; gelijk Exod. 24:12; Ruth 1:2; Ps. 64:8; Dan. 1:21. Zie Ps. 37:18.

Job 41.11 Ps 119.91 Ex 24.12 Ru 1.2 Ps 64.7 Da 1.21 Ps 37.18

8) maar op dezen

Of, maar wien zal Ik aanschouwen? dat is, wien zal Ik genadig zijn? dat is, mijne gunst en hulp laten genieten?

9) arme

En die zijne armoede bekent, namelijk zijn geestelijke armoede, dat is de ontbering van gerechtigheid.

10) verslagene

Vanwege het gevoelen of de kennis zijner zonden. Zie Ps. 34:19, en Ps. 35:15, en Ps. 51:19, en Jes. 57:15,18. Vergelijk Matth. 5:3, en 1 Petr. 3:4.

Ps 34.18 35.15 51.17 Isa 57.15,18 Mt 5.3 1Pe 3.4

11) die voor Mijn woord beeft.

Dat is, die mijne majesteit en hoogheid in zulke achting heeft, dat hij vreest en beeft voor mijne geboden, dezelve met kinderlijke vrees en eerbieding ontvangende en zich onderwerpende. Vergelijk Ezra 9:4, en Ezra 10:3, onder Jes. 66:5; Hos. 11:10,11. Zie ook Exod. 19:16; Job 37:1.

Ezr 9.4 10.3 Isa 66.5 Ho 11.10,11 Ex 19.16 Job 37.1

Luke 4:18

Luke 7:38

39) wenende,

Namelijk bedroefd zijnde over hare zonden, gelijk Petrus; Luk. 22:62.

Lu 22.62

40) voeten nat te maken met tranen,

Dit zijn tekenen van hare boetvaardigheid en liefde tot Christus spruitende uit het gevoel van hare zonden en der vergeving derzelve, gelijk blijkt uit Luk. 7:47.

Lu 7.47

Acts 2:37

74) verslagen in

Grieks werden doorstoken, of doorprikkeld; namelijk door het leedwezen hunner zonden aan Hem begaan.

75) doen mannen broeders?

Namelijk om de verdiende straf te ontvlieden, vergeving onzer zonden te verkrijgen, en zalig te worden.

Copyright information for DutKant