1 Chronicles 15:14

De ark wordt naar Sion gebracht

Voor het brengen van de ark naar Sion geeft David nu de juiste orders (1Kr 15:2). Hier neemt hij als koning van Gods volk de verantwoordelijkheid in godsdienstige zaken. Op hem rust de plicht Gods volk op de goede manier voor te gaan in het eren van de HEERE.

Hij erkent dat het de vorige keer fout is gegaan omdat ze de HEERE “niet hebben geraadpleegd overeenkomstig de bepaling” (1Kr 15:13). De bepaling luidt dat alleen de Levieten de ark mogen vervoeren en dat ze dat moeten doen door die “te dragen” (1Kr 15:2; 1Kr 15:15; Nm 7:9). Het is niet genoeg dat we doen wat goed is, want het is ook belangrijk het op de goede, de wettige manier te doen (vgl. 2Tm 2:5).

David betrekt “heel Israël” bij het brengen van de ark naar Jeruzalem (1Kr 15:3). Voor ons betekent het dat alle gelovigen een taak hebben om de Heer Jezus in de samenkomst de plaats te geven die Hem toekomt. Voor de daadwerkelijke verplaatsing van de ark mobiliseert David de priesters en de Levieten, die met naam en aantal worden genoemd (1Kr 15:4-10). David bepaalt in alle opzichten hoe en door wie het transport moet plaatsvinden.

Er worden twee priesters genoemd (1Kr 15:11). Ze komen uit de twee lijnen van de overgebleven zonen van Aäron, Eleazar en Ithamar (Lv 10:1; 6). Zadok is een nakomeling van Aäron via Eleazar, en Abjathar is een nakomeling van Aäron via Ithamar. Via Zadok zal het priesterschap naar Gods gedachten worden voortgezet. Dat zien we later tijdens de regering van Salomo en ook in de tempeldienst in het vrederijk die in het boek Ezechiël wordt beschreven (Ez 40:46; Ez 43:19; Ez 44:15; Ez 48:11).

David spreekt ook over de voorwaarde, de geestelijke voorbereiding op de taak (1Kr 15:12). Deze voorbereiding is de eerste keer achterwege gebleven en is er de oorzaak van dat God hun een zware slag heeft moeten toebrengen. De voorwaarde is dat zij die zich bezighouden met de ark, zich moeten heiligen. Daardoor zullen ze voor een tweede zware slag worden bewaard. Het positieve aspect is, dat ze de vreugde van de HEERE zullen beleven.

Heiligen houdt in dat ze zich afzonderen van elke vorm van onreinheid. Als wij de zegen van de tegenwoordigheid van de Heer willen genieten, zullen wij ons “reinigen van alle bevlekking van [het] vlees en van [de] geest, en [de] heiligheid volbrengen in [de] vrees van God” (2Ko 7:1).

Nadat de priesters hebben gedaan wat van hen is gevraagd, gaan ze de ark ophalen (1Kr 15:14). Dan wordt de ark vervoerd op de door de HEERE voorgeschreven wijze, dat is op de schouders van de Levieten (1Kr 15:15). De schouders van de Levieten zijn een beter transportmiddel dan de sterkste en mooiste wagen. We zien daarin het beeld dat God de heerlijkheid van de Heer Jezus heeft toevertrouwd aan de handen van Zijn dienaren, aan hun verantwoordelijkheid.

Bij het dragen van de ark op de schouders van de Levieten kunnen we ook denken aan de Goddelijke kracht die in Zijn dienaren werkt (Ef 3:20). Levieten stellen de gaven van de Heer Jezus aan de gemeente voor en in dit verband misschien wel speciaal de leraars (Ef 4:11). Door de kracht van Gods Geest krijgen zij het geestelijke vermogen om de glorie van Christus in al haar rijkdom hoog te houden en te tonen voor het oog van Gods volk.

Het brengen van de ark naar Sion is om drie redenen belangrijk:

1. Het betekent dat Sion de plaats is waar de HEERE Zijn Naam wil laten wonen. Die plaats moeten wij ook zoeken. Dan vinden we de ark. Voor ons betekent het dat we de Heer Jezus vinden op de plaats waar Hij centraal staat en de dienst gebeurt in overeenstemming met Zijn Woord, want van Hem is de ark een beeld.

2. De ark was in ballingschap gevoerd en keert daaruit nu terug onder leiding van David. In de Schrift lezen we vier keer over een ballingschap:

a. Israël in Egypte,

b. de ark bij de Filistijnen,

c. de twee stammen in Babylonische ballingschap en

d. de ballingschap waarin Israël thans verkeert.

Telkens betekent de bevrijding uit ballingschap dat het volk, of een overblijfsel, terugkeert in het land.

a1. We zien dat voor Israël gebeuren als het volk onder aanvoering van Mozes uit Egypte vertrekt om naar het beloofde land te gaan.

b1. We zien het hier als David de ark naar Jeruzalem brengt.

c1. Later zien we het als een overblijfsel uit de twee stammen onder leiding van Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap naar Israël teruggaat.

d1. We zullen het nog zien als de huidige ballingschap zal eindigen met een terugkeer naar het land door de komst van de Messias.

3. De naam van Christus wordt op bijzondere wijze verbonden met Sion doordat David de ark opbrengt naar die plaats. Sion stelt ook de genade voor (Hb 12:22a). Deze berg staat in contrast met de berg Sinaï (Gl 4:25; Hb 12:18-21), de berg die een symbool is van de mens onder de wet. Vanaf nu wordt de geschiedenis van Israël beheerst door Sion, hoewel hier letterlijk ook nog door de wet. Maar ten diepste handelt God op de grondslag van genade door middel van de ark, door David en door Zadok. Deze drie vinden we gecombineerd in de Heer Jezus.

Er worden vier namen voor de ark gebruikt. Dat kunnen we vergelijken met de inhoud van de vier evangeliën:

1. ‘De ark van de HEERE’ (1Kr 15:12) zien we in het evangelie naar Mattheüs. Deze naam doet eraan denken dat God Zijn beloften nakomt door het profetische woord in vervulling te laten gaan in de Koning van Israël.

2. In Exodus wordt de ark ook genoemd ‘de ark van de getuigenis’ (Ex 25:22). Dat zien we in het evangelie naar Markus, waarin de Heer Jezus als de Dienaar en Getuige van God wordt voorgesteld.

3. ‘De ark van het verbond van de HEERE’ (1Kr 15:25) zien we in de Heer Jezus zoals het evangelie naar Lukas Hem beschrijft. De Heer Jezus als de ware Mens, de Mens naar Gods gedachten, is de grondslag van het nieuwe verbond als de uitdrukking van Gods goedgunstigheid in Christus tegenover de mens.

4. Het evangelie naar Johannes laat ons ‘de ark van God’ (1Kr 15:24) zien. Johannes stelt de Heer Jezus voor als de Zoon van God.

Deze vier aspecten mogen we zien als we samenkomen op de plaats waar Hij in het midden is. Hij is het ware middelpunt van het samenkomen van de gemeente waarbij de harten naar Hem uitgaan in Zijn grote schoonheid.

Copyright information for DutKingComments