1 Corinthians 16:10

Timotheüs en Apollos

1Ko 16:10. De gelovige Korinthiërs moeten geen gemakkelijk volkje zijn geweest, niet bepaald ‘makke schaapjes’ van de goede Herder. Paulus heeft al van zichzelf gezegd dat hij in vrees en in veel beven bij hen is geweest (1Ko 2:3). Hij heeft daar alle reden toe gehad omdat hij hun een boodschap heeft moeten brengen die er niet als zoete koek zou ingaan. Integendeel, zijn woord zou weerstand oproepen. Nu vermaant hij de Korinthiërs ervoor te zorgen dat Timotheüs niet hetzelfde zal overkomen.

In 1 Korinthiërs 4 heeft hij de komst van Timotheüs en het doel van zijn zending al aangekondigd (1Ko 4:17). Daaruit blijkt hoezeer Timotheüs van hetzelfde doordrongen is als Paulus. Hij zal precies hetzelfde onderwijs geven als ze van Paulus hebben ontvangen, onderwijs dat niets overlaat van de hoge gedachten die zij over zichzelf hebben. De kans op weerstand is daarom opnieuw aanwezig. Daarom wijst hij hen erop hoe ze hem moeten ontvangen.

Net als Paulus is Timotheüs in het werk van de Heer. Het kan zijn dat “het werk van [de] Heer” hier niet die algemene betekenis heeft van het laatste vers van het vorige hoofdstuk (1Ko 15:58). Daar wordt van ons allemaal gezegd dat wij in het werk van de Heer bezig moeten zijn, terwijl het hier om een meer specifiek werk van de Heer kan gaan. Timotheüs heeft, net als Paulus, een dienst onder de gelovigen waardoor hij volledig in beslag wordt genomen. Hij is een bijzondere jongeman, met wie Paulus een speciale band heeft. In verschillende van zijn brieven noemt hij Timotheüs als medeafzender of schrijft hij iets over hem. Hij heeft zelfs twee aparte brieven aan hem geschreven. Die vind je ook in de Bijbel.

Uit alles blijkt hoezeer Paulus hem waardeert. Misschien heb je een vriend of vriendin met wie je graag alles deelt omdat die de dingen op dezelfde manier aanvoelt als jij. Dan kun je je misschien een beetje een voorstelling maken van de verhouding tussen deze twee dienaren.

Daar komt bij dat Paulus een oudere man is en Timotheüs een jongeman. Het is een weldaad om te zien hoe hier twee generaties met elkaar omgaan, zonder dat er enige sprake is van een generatiekloof. Het is ook een weldaad als er in een plaatselijke gemeente jongelui zijn die zich positief ontwikkelen in de geestelijke dingen. Waar jonge gelovigen belangstelling voor de Bijbel hebben, zal er een goede band ontstaan met oudere gelovigen die ook een leven met de Heer leiden.

In de geestelijke ontwikkeling die Timotheüs heeft doorgemaakt, is hij nu zover gekomen dat Paulus hem een zelfstandige opdracht kan geven. Hij kan hem zenden naar een moeilijke gemeente als Korinthe. Daaruit blijkt Paulus’ vertrouwen in Timotheüs. Hierin ligt een les voor oudere gelovigen om jongere gelovigen het vertrouwen te geven dat ze waard zijn. Paulus weet dat Timotheüs niets anders zal onderwijzen dan wat hij als onderwijs heeft doorgegeven. Zijn werk zal niet afgebroken worden door deze jongeman, maar juist door hem worden onderstreept.

1Ko 16:11. Nu is Timotheüs beslist geen krachtpatser, iemand die met een grote dosis vrijmoedigheid bij de Korinthiërs komt om hen te dienen. Je krijgt de indruk dat hij eerder een wat verlegen jongeman is die het nodig heeft om regelmatig bemoedigd en aangespoord te worden (2Tm 1:6-8). Dat zou de Korinthiërs ertoe kunnen brengen hem te minachten. Voor indrukwekkende, meeslepende redenaars staan ze open. Dan kan je mond tenminste van verbazing openvallen om de manier waarop er gesproken wordt. De inhoud doet er niet zoveel toe, als het maar goed gebracht wordt.

Het gaat er ook vandaag voor talloze christenen nog steeds om hoe iemand overkomt. Wat hij te vertellen heeft, is maar bijzaak. Laat je daardoor niet beetnemen. Beoordeel alles wat je te horen krijgt aan de hand van het Woord van God en niet naar de manier waarop het je verteld wordt. In het tweede geval kun je behoorlijk op het verkeerde been worden gezet.

Zo werkt het bij Timotheüs niet. De Korinthiërs moeten zich niet blindstaren op zijn optreden, hoe hij overkomt, maar ze moeten luisteren naar en gehoor geven aan de boodschap die hij brengt. Ze kunnen laten zien dat ze hem accepteren door hem te ontvangen, aan zijn onderwijs te gehoorzamen en hem daarna in vrede verder te helpen als hij weer zou teruggaan naar de apostel.

Paulus ziet naar zijn komst uit, benieuwd naar alles wat hij heeft meegemaakt. Timotheüs zou overigens niet alleen komen, maar vergezeld worden door een aantal broeders. Het zou een prachtige gelegenheid worden om samen belevenissen uit te wisselen en de Heer te prijzen voor alles wat Hij had bewerkt.

Dat is het mooie van ontmoetingen met andere broeders en zusters. Vooral in een vakantieperiode kunnen zulke ontmoetingen met gelovigen die je anders nooit zou hebben leren kennen, een geweldige zegen inhouden. Jij hoort van hen hoe zij met de Heer leven en wat Hij in hun leven heeft gedaan en jij mag hun vertellen Wie de Heer voor jou is en wat Hij in jouw leven heeft gedaan.

1Ko 16:12. Een andere dienaar die Paulus hier noemt, is Apollos. Ook in Apollos heeft Paulus prachtige eigenschappen gezien waarmee hij anderen kan dienen. Je ziet hier dat de verhouding waarin Apollos tot Paulus staat, een andere is dan die waarin Timotheüs tot Paulus staat. Timotheüs is iemand aan wie Paulus opdrachten kan geven die dan door Timotheüs worden uitgevoerd. Nog een paar van zulke mannen vind je in Titus 3 (Tt 3:12). Wanneer zij ergens komen, komen zij daar namens de apostel en kunnen met zijn gezag optreden.

In het geval van Apollos ligt dat anders, zoals blijkt uit wat je hier leest. Paulus zou graag hebben gewild dat Apollos ook naar Korinthe zou gaan om de gelovigen daar te dienen. Hij heeft er echt bij hem op aangedrongen. Heel wat keren heeft hij al zijn overredingskracht gebruikt om Apollos zover te krijgen. Het is hem niet gelukt. Is Paulus menselijk bezig geweest? Ik denk het niet. Zijn liefde voor de Korinthiërs heeft elke gelegenheid gezocht om hen te dienen, ook door anderen.

Toch heeft Apollos gemeend niet op het verzoek van Paulus te moeten ingaan. Niet dat hij het verzoek van Paulus naast zich heeft neergelegd. Hij heeft voor de Heer overwogen of hij zou moeten gaan. Daarbij is hij tot de conclusie gekomen dat hij zou gaan als hij daarvoor een keer in de gelegenheid zou zijn. In elk geval gaat hij niet onmiddellijk.

Een belangrijke reden dat hij niet direct is gegaan, kan juist liefde voor Paulus geweest zijn, om niet tegen hem uitgespeeld te worden. Je weet misschien nog wel uit 1 Korinthiërs 9 dat er daar mensen zijn die aan het apostelschap van Paulus twijfelen. Als Apollos nu zou gaan, zouden kwaaddenkende lieden daaruit de conclusie kunnen trekken dat Paulus zelf niet durft te komen. Je ziet in Apollos een dienaar die een verzoek van een andere dienaar ontvangt om iets te gaan doen, daar vervolgens met de Heer over praat en dan tot een zelfstandige beslissing komt.

Dit is ook een belangrijke ontwikkeling in jouw geestelijke groei. In het begin zul je door andere broeders meegenomen worden in het een of andere werk dat zij voor de Heer mogen doen. Ik hoop tenminste dat er zulke broeders in je omgeving zijn die je betrekken in een werk voor de Heer, waardoor je ervaring opdoet. Hoe meer je geestelijk groeit, des te meer zul je in je eigen relatie met de Heer merken dat Hij je zelfstandig gaat gebruiken. Jij op jouw beurt kunt te Zijner tijd weer aan anderen de gelegenheid bieden geestelijke ervaringen op te doen in het werk van de Heer.

1Ko 16:13. Timotheüs is onderweg naar de Korinthiërs. Apollos en ook Paulus zelf zouden nog een keer bij hen komen. Ondertussen moeten ze waken, dat wil zeggen de ogen goed openhouden, om te zien waar het gevaar van verkeerde leer dreigt. De aanvallen van de vijand op het geloof moeten ze het hoofd bieden door vast te staan op het fundament van het geloof, zoals ze dat van Paulus hebben gehoord en ook in deze brief in handen hebben. Ze moeten dat doen als mannen die de strijd niet schuwen en zich daarin sterk tonen. Zwakheid en slapte zijn ongepast als het erom gaat vast te houden wat we van God in de Bijbel hebben ontvangen.

1Ko 16:14. Om samen sterk te zijn moet er onderling liefde zijn en geen jaloersheid. Liefde is de onderlinge band die de meeste kracht geeft om elke aanval van de vijand af te slaan.

Lees nog eens 1 Korinthiërs 16:10-14.

Verwerking: Noem enkele verschillen tussen Paulus, Timotheüs en Apollos. Waarin kun jij je met ieder van hen vergelijken?

Copyright information for DutKingComments