Acts 15:19-20
Het oordeel van Jakobus
Omdat God een groot volk uit de volken tot Zijn volk wil maken zonder dat zij daarvoor Jood hoeven te worden, is Jakobus van oordeel dat de volken niet in moeilijkheden moeten worden gebracht. De moeilijkheden bestaan uit het opleggen van het juk van de wet. De volken hebben een eigen plaats in de wegen van God. Dat hun de wet niet moet worden opgelegd, betekent niet dat ze niets te maken hebben met algemene inzettingen van de Heer. Jakobus noemt vier dingen waaraan de volken zich wel moeten houden. De dingen die hij noemt, worden door hem niet als vier geboden van de wet opgelegd om hierdoor via een omweg toch geboden aan de volken op te leggen. Het zijn dingen die niet Joods zijn in zichzelf, maar die te maken hebben met de rechten van God als Schepper. Het eerste, de afgoden, tast het ware gezag van God aan. “De verontreinigingen van de afgoden” is alles wat met afgoderij in verbinding staat. Dat ze zich ver van afgoderij moesten houden, hoefde niet nog eens nadrukkelijk te worden gezegd. Ze hadden zich van afgoderij als zodanig juist bekeerd. Het gevaar zit hem echter in de verontreiniging ervan. Vlees eten in een afgodstempel is zo’n verontreiniging (1Ko 8:10), want het zou anderen de indruk kunnen geven dat wie dat doet, toch nog een afgodendienaar is. Wat voor de afgoden geldt, geldt ook voor het tweede, “de hoererij”. Ieder die bekeerd is, weet dat hoererij zonde is. Hoererij gaat in tegen de wil van God met betrekking tot het huwelijk, waarbij de vrouw alleen met de man verbonden is in de heilige band van het huwelijk. Wat bedoeld wordt met het zich onthouden van hoererij is dan ook vooral bedoeld voor vormen van hoererij die worden goedgepraat. Het gaat om allerlei vormen van verbindingen die God hoererij noemt, terwijl die in de maatschappij algemeen worden aanvaard en met een huwelijk worden gelijkgesteld. We kunnen daarbij denken aan het trouwen met iemand die gescheiden is (Mt 5:31-32; Mt 19:9; Mk 10:11-12; Lk 16:18), aan voorhuwelijkse geslachtsgemeenschap (Mt 19:5) of homoseksuele gemeenschap (Rm 1:24-27). Het zijn allemaal schendingen van de enige huwelijksband die God heeft ingesteld. Het derde en vierde, om zich “van
Copyright information for
DutKingComments