Acts 15:36

Scheiding tussen Paulus en Barnabas

Als er zoveel anderen zijn die het Woord van de Heer in Antiochië verkondigen, kunnen we ons voorstellen dat Paulus na enkele dagen eraan denkt om ergens anders een dienst te gaan doen. Hij denkt hierbij aan de broeders in de steden waar hij en Barnabas op hun eerste zendingsreis zijn geweest. Zijn hart gaat naar hen uit en hij zou wel graag willen weten hoe het met hen gaat. Hij zegt tegen Barnabas wat hem bezighoudt. Deze overweging van Paulus is de inleiding op de tweede zendingsreis.

Het is echter ook de inleiding op een droevige scheiding tussen Paulus en Barnabas. Barnabas is het eens met Paulus en wil mee om de steden te bezoeken waarover Paulus heeft gesproken. Hij wil ook dat Johannes Markus meegaat. Markus is de eerste keer ook mee geweest, maar is halverwege teruggekeerd (Hd 13:13). Wat zou het mooi zijn als hij een tweede kans zou krijgen en nu de hele reis mee zou kunnen maken.

Barnabas, een echte ‘zoon van de vertroosting’ (Hd 4:36), wil hem een tweede kans geven. Dat is Paulus niet met hem eens. Hij vindt Markus geen geschikte metgezel. Het wil niet zeggen dat hij Markus voorgoed heeft afgeschreven. Later zal hij aan Timotheüs schrijven dat hij Markus mee moet nemen naar hem toe omdat Markus hem van veel nut is voor de dienst (2Tm 4:11). Maar op dit moment acht Paulus hem blijkbaar nog niet rijp genoeg.

Er is wel geopperd dat Barnabas zich te veel heeft laten leiden door zijn genegenheid voor zijn neef Markus. Genegenheid is goed, maar het is geen basis voor toewijding. In het graanoffer mocht geen honing aanwezig zijn (Lv 2:11), waarbij honing staat voor natuurlijke genegenheden en het graanoffer voor de volle toewijding aan God.

Natuurlijke liefde is goed. Wee ons, als we geen natuurlijke liefde zouden hebben. De afwezigheid van natuurlijke liefde is een kenmerk van de laatste dagen (2Tm 3:3). Maar natuurlijke liefde mag onze volle toewijding in onze dienst aan de Heer niet beïnvloeden. Is Barnabas te zacht geweest en Paulus te hard? De Heer heeft het voor ons verborgen. Wij kunnen algemene lessen trekken, maar geen oorzaken aanwijzen.

Hier hebben twee toegewijde dienaren van de Heer, die elkaar al lang en goed kennen en samen veel voor de Heer hebben gedaan, een geschil en dat geschil wordt niet opgelost. Dit hoofdstuk is begonnen met een geschil over een leervraag. Dat geschil betrof de leer van de behoudenis en moest worden opgelost. Een compromis is bij een dergelijk geschil niet aan de orde. Dat geschil is dan ook opgelost.

Het geschil tussen de beide Godsmannen is van een andere aard. Het betreft een beoordelingsvraag en dat geschil blijft onopgelost. Het geschil voert zelfs tot bitterheid. Aan de verbittering hebben ze allebei schuld. Uit het feit dat Paulus en Silas vertrekken met de zegen van de broeders (Hd 15:40), moeten we niet te snel de conclusie trekken dat Barnabas en Markus een verkeerde weg zijn gegaan. Mogelijk is Barnabas snel vertrokken om te voorkomen dat de verdeeldheid tussen hem en Paulus ook onder de broeders zou doorwerken. Het is in overeenstemming met zijn karakter dat hij alles doet om verdeeldheid te voorkomen.

De verbittering is niet goed, maar nu ze uit elkaar gaan, gaan er wel twee teams op pad voor de Heer. Soms zijn onze onvolkomenheden voor God gelegenheden Zijn werk te doen. Barnabas zal ongetwijfeld ook door de Heer zijn gebruikt voor Zijn dienst. We horen er verder niet meer over. Hij vertrekt naar Cyprus, zijn geboorteland, dat hij eerder met Paulus tijdens de eerste zendingsreis als eerste reisdoel had gekozen (Hd 13:4).

Als Paulus later nog eens over Barnabas spreekt, is er geen spoor meer van verbittering te merken. Hij spreekt met waardering over Barnabas als een mededienaar en stelt hem op dezelfde plaats als zichzelf in zijn dienst voor de Heer (1Ko 9:6).

Copyright information for DutKingComments