Acts 18:27

Apollos in Efeze

Terwijl Paulus onderweg is naar Efeze, vertelt Lukas ons in een tussenzin iets over “een Jood … genaamd Apollos” die in Efeze komt. Apollos, afkomstig uit Alexandrië in Egypte, is een “welsprekend [of: ‘geleerd’] man”. Zijn natuurlijke capaciteiten gebruikt hij niet voor zichzelf, maar tot eer van God. Dat hij machtig is in de Schriften wil niet zeggen dat hij lange tekstgedeelten kan citeren – dat kon hij misschien ook wel –, maar dat hij de samenhang van de Schrift kent en de betekenis ervan begrijpt.

In Apollos hebben we iemand in wie de energie van de Heilige Geest zich openbaart zonder enige tussenkomst van de apostel of de twaalven. Hij is een instrument van de Geest dat onafhankelijk van de apostelen werkt. Zo is het ook door de Geest bedoeld, Die toedeelt aan wie Hij wil (1Ko 12:11). Dat Apollos zelfstandig optreedt, zien we als hij later niet op een aanbeveling van Paulus ingaat, maar zijn eigen weg gaat, iets wat ook door Paulus wordt aanvaard (1Ko 16:12).

Er is geen jaloersheid tussen beide dienaren. Tussen hen onderling bestaat niet de gedachte dat zij mensen voor zichzelf willen winnen, maar beiden willen ze mensen winnen voor Christus. Het is voor hen volstrekt verwerpelijk dat de gelovigen in Korinthe hen tot partijhoofden hebben gemaakt, waardoor er een scheuring is ontstaan in de eenheid van de gelovigen (1Ko 1:10-12).

Apollos heeft naar alle waarschijnlijkheid in Egypte het evangelie gehoord en aanvaard en zich daarna bekwaamd in de Schriften, waarmee de Schriften van het Oude Testament zijn bedoeld. Hij is in de weg van de Heer onderwezen. Dat wil zeggen dat hij onderwijs heeft gekregen in de leer van de Heer Jezus en ook hoe die leer in praktijk moet worden gebracht, hoe die leer letterlijk handen en voeten moet krijgen. Het doel van onderwijs in Gods Woord is altijd dat het in het leven wordt uitgewerkt.

Hoe Apollos tot geloof is gekomen, deelt Lukas niet mee. Dat hij werkelijk tot geloof gekomen is, blijkt wel uit zijn leven. Hij is helemaal in beslag genomen door wat hij in de Schriften heeft ontdekt. Dat heeft een vuur in hem ontstoken dat in zijn spreken en leren tot uiting komt. Deze vurigheid van geest van Apollos is geen karaktereigenschap, maar een vurigheid van geest die van Gods Geest is en die wij allemaal zouden moeten bezitten (Rm 12:11).

Hij kent de bezieling van de Geest, zoals de profeten in het Oude Testament. Hij geeft niet slechts kennis door, maar is er zelf door gegrepen. Hij heeft grote kennis van de Schrift en kan die kennis ook goed weergeven naar anderen. Luisteraars voelen goed aan of iemand droge theorie doorgeeft, of dat hij spreekt over iets waardoor hij zelf gegrepen is.

Apollos weet nog niets van alles wat er met Christus is gebeurd. Het enige wat hij kent, is de doop van Johannes. Dit houdt in dat hij de prediking van Johannes heeft aangenomen, zich heeft bekeerd en heeft geloofd in Christus op Wie Johannes heeft gewezen. Hij weet echter niet van de dood en opstanding van de Heer Jezus en de komst van de Heilige Geest. Hij is als het ware vóór Pinksteren blijven staan. Maar van wat hij weet, spreekt hij vrijmoedig in de synagoge in Efeze.

Daar komen ook Priscilla en Aquila en ze horen hem spreken. In het begin van de gemeente gaan de christenen nog steeds (ook) naar de synagoge. Dit echtpaar ontmoet steeds belangwekkende mensen. In Korinthe hebben ze Paulus leren kennen en hier in Efeze leren ze Apollos kennen.

De ontmoeting moet hen bijzonder aangenaam hebben getroffen. Als ze zo luisteren, merken ze dat hem nog iets ontbreekt. Ze constateren dat hij niet weet hoe het verder is gegaan met Jezus van Nazareth. Ze staan niet in de synagoge op om hem te corrigeren, maar nemen hem mee naar huis om hem het ontbrekende te vertellen. Het spreekt in het voordeel van de machtige redenaar Apollos dat hij zich door eenvoudige tentenmakers verder laat onderwijzen. Aquila en Priscilla geven aan Apollos door wat ze ongetwijfeld zelf eerder van het onderwijs van Paulus hebben geleerd.

Hoe mooi is het als er echtparen zijn die dienaren nader in Gods Woord kunnen onderwijzen en daarvoor hun huis en tijd beschikbaar stellen. Priscilla en Aquila leggen hem samen de weg van God nauwkeuriger uit. Priscilla staat voorop, mogelijk omdat zij hem als eerste heeft herkend als iemand bij wie iets ontbrak. Vrouwen hebben daarvan vaak meer aanvoeling dan mannen. Het is aannemelijk dat zij vervolgens haar man heeft voorgesteld hem mee te nemen. Pas als derde activiteit staat dat zij beiden Apollos de weg van God nauwkeuriger hebben uitgelegd. Bij het nauwkeuriger uitleggen van de weg van God zal Priscilla niet tegen het gebod zijn ingegaan dat het een vrouw niet toegestaan is te leren of over de man te heersen (1Tm 2:12).

Er is in verbinding hiermee wel een algemene opmerking te maken. Een man is er in het algemeen gevoelig voor als iemand meer weet dan hij. Hij moet soms eerst iets overwinnen om de ander uit te nodigen. Het gaat er niet om dat dit bij Aquila zo is geweest, dat mag niet eens worden verondersteld, maar het is iets wat dienaren maar eens moeten overwegen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een oudere broeder met veel kennis van de Schrift er moeite mee heeft om te accepteren dat een jongere broeder nog meer kennis van de Schrift bezit.

Apollos was onderwezen in de weg van de Heer. Dat had hem ertoe gebracht zijn leven onder het gezag van de Heer te plaatsen. Nu hoort hij over de weg van God, dat is de weg van het geloof voor de christen zoals die kan worden gekend uit de Schrift. In de Schrift leren we hoe God met Zijn volk en de Zijnen door de hele heilsgeschiedenis heen heeft gehandeld. Het moet voor Apollos een vreugde zijn geweest dit onderwijs te ontvangen.

Als Apollos zo de weg van God nauwkeuriger uitgelegd heeft gekregen, wil hij naar Achaje gaan waar Korinthe ligt. Hoe komt hij op het idee om naar Korinthe te gaan? Waarom niet naar Athene of Filippi? Het is aannemelijk dat hij van Aquila en Priscilla het een en ander van Korinthe heeft gehoord. Ze zullen hem hebben verteld dat daar nood is en dat zal voor Apollos de aanleiding zijn geweest om daarheen te gaan. Zo krijgen arbeiders op allerlei manieren aanwijzingen om ergens heen te gaan.

De broeders in Efeze zien in Apollos een begaafde dienaar van God en stimuleren hem in zijn dienst en bevelen hem ook aan. De aanbevelingsbrief die hij meekrijgt, betreft niet het ontvangen aan de tafel van de Heer voor de deelname aan het avondmaal, maar het ontvangen als een dienaar van Christus (vgl. 2Ko 3:1; Rm 16:1).

Een aanbevelingsbrief is niet gebonden aan een plaatselijke gemeente, maar aan het feit of de afzenders bekend zijn in de plaats waar een dienaar heengaat en dat men de afzenders daar kent als gelovigen van wie men het geestelijk oordeel kan vertrouwen. Als zulke gelovigen een getuigenis meegeven aangaande iemand die daar niet bekend is, geeft dat vertrouwen in de dienaar die komt. Een aanbevelingsbrief schrijven en ontvangen is in beide gevallen een voorrecht en geeft uiting aan verbondenheid. Een persoonlijk getuigenis van de dienaar zelf is niet voldoende (Hd 9:26-28; 2Ko 13:1).

Met de brief van aanbeveling tot de dienst bij zich vertrekt Apollos van Efeze naar Korinthe. Daar zal hij begieten wat Paulus heeft geplant (1Ko 3:6). Hij mag het werk van Paulus voortzetten en uitbreiden. Dat zijn komst in Korinthe aanleiding geeft tot verdeeldheid, maakt de noodzaak van zijn dienst alleen maar duidelijker. Er zijn mensen in Korinthe die bijzonder onder de indruk komen van zijn redenaarstalent en hem als hun leider kiezen, zijns ondanks.

Lukas vermeldt dat hij de gelovigen tot grote steun is. Dat is niet aan zijn kwaliteiten te danken, maar aan de genade van God. Ook voor hem geldt dat hij zonder de Heer Jezus niets kan doen (Jh 15:5). Alleen genade maakt ons bekwaam om anderen tot steun te zijn. Elke zegen die wij doorgeven, komt van de Heer.

De dienst van Apollos richt zich vooral op de Joden die de christenen keer op keer in moeilijkheden brengen door de waarheid tegen te staan. Apollos weerlegt op weergaloze wijze al die aanvallen vanuit de Schriften, want hij bewijst daaruit dat Jezus de Christus is. Hij werpt alle argumenten van zijn tegenstanders omver met de Schriften. Bewijzen is iets op aanschouwelijke wijze overtuigend voorstellen. Het Woord van God is de bewijsvoering.

Copyright information for DutKingComments