Acts 26:28

Agrippa voor de keus gesteld

Dan richt Paulus zich rechtstreeks tot Agrippa en zet hem voor het blok. Paulus weet dat Agrippa de profeten gelooft. Nu brengt het soort geloof dat Agrippa heeft iemand niet tot bekering. Bekendheid met de feiten van het christendom is niet voldoende. Er moet een werk van de Heilige Geest in het hart zijn, de toepassing van het Woord van God op hart en geweten, waardoor iemand zijn zonden belijdt en de toevlucht neemt tot de Heer Jezus. Dat neemt niet weg dat Paulus Agrippa op zijn belijdenis neemt. Hij ziet daarin een aanknopingspunt om hem voor het evangelie te winnen.

Voor Agrippa, die zeer aandachtig zal hebben geluisterd, is deze confrontatie te frontaal. Met een schijnbeweging draait hij zich onder de confrontatie uit. Hij wilde wel alles weten van die nieuwe godsdienst, maar hij wenst niet persoonlijk te worden aangesproken. Met een wellicht spottend bedoelde opmerking ontwijkt hij de druk die Paulus op hem legt. Hij beseft dat het Paulus erom te doen is hem christen te maken. Hij gebruikt de naam “christen”, wat erop duidt dat deze naam voor de volgelingen van Christus sinds Handelingen 11 algemeen verbreid en gebruikt is geworden (Hd 11:26). Mogelijk gebruikt hij deze uitvlucht omdat hij zich voor het hoogwaardige gezelschap niet echt bloot wil geven (vgl. Mt 14:9).

In zijn reactie doet Paulus een nog ruimere oproep en spreekt hij tot alle aanwezigen. De drijfveer van zijn hart is niet alleen het behoud van Agrippa, maar van allen. Hij is rijk in God en als zodanig kan hij zichzelf als voorbeeld van geluk noemen. De jaren in gevangenschap zijn gezegende jaren geweest. De meer dan twee jaar dat hij onrechtvaardig van zijn vrijheid beroofd is geweest, hebben van hem geen verbitterde man gemaakt, maar tot een man die de genade des te helderder kan laten stralen.

Hij gunt hun zijn innerlijke geluk, niet zijn boeien. Hij wenst niet dat iemand zo onrechtvaardig wordt behandeld als hij. Dit is christendom. Genade gaat alle kwaad te boven. Genade wenst het beste, zelfs voor hen die zich overgeven aan een tijdelijke genieting van de zonde. Voor Felix is Paulus de prediker van de gerechtigheid geweest (Hd 24:25). Voor Agrippa en Festus is hij de bezitter van zegen die ver boven alle aardse heerlijkheid uitgaat.

Na deze woorden van Paulus volgt er geen spottende taal meer, ook geen dreigende taal, maar een opstaan en weggaan van het hele gezelschap. Ze trekken zich terug om te overleggen. In dit overleg wordt opnieuw vastgesteld dat Paulus niets ongeoorloofds heeft gedaan. De conclusie is dat “deze man” had kunnen worden vrijgelaten. Daar hij zich echter op de keizer heeft beroepen, moet hij naar Rome. Ze kunnen ook niet anders beslissen, want het is de weg die God in Zijn soevereiniteit voor Zijn dienaar heeft bepaald.

Copyright information for DutKingComments