Acts 28:24

Tweede onderhoud met de Joden

Na het kennismakingsgesprek wordt er een afspraak gemaakt om dieper op de zaak in te gaan. Bij die gelegenheid komen er nog meer bij Paulus in zijn verblijf. Hij legt aan hen uit wat het koninkrijk van God is en betuigt het belang ervan. Hier wordt voor de zesde keer in dit boek over het koninkrijk gesproken. Spreken over en leven in het koninkrijk betekent spreken over en leven onder de heerschappij van de Heer Jezus. Dat koninkrijk zal in heerlijkheid worden opgericht als de Heer Jezus komt om op aarde te regeren.

Nu Hij verworpen is, is het koninkrijk van God niet zichtbaar, maar het is er wel. Het is namelijk overal waar mensen de Heer Jezus als Heer belijden en dat in de kracht van de Heilige Geest in de praktijk van elke dag in hun leven laten zien (Rm 14:17). Als iedere gelovige in zijn leven meer zou verwerkelijken wat het is een onderdaan in het koninkrijk te zijn, zou de waarheid van de gemeente beter in praktijk worden gebracht. Veel scheuringen in de gemeente zouden dan niet hebben plaatsgevonden.

Paulus ‘legt uit’, dat wil zeggen dat hij de betekenis ervan bekendmaakt, en ‘betuigt’, dat wil zeggen dat hij er indringend over spreekt dat er ook naar geleefd moet worden. Hij doet dat de hele dag. Er was niemand die op de klok keek. Het moet adembenemend boeiend zijn geweest om hem vanuit de wet van Mozes en uit de profeten te horen spreken over de Heer Jezus. Hij legde zijn hele hart erin, want hij wilde hen zo graag overtuigen aangaande “Jezus”. Als ze in Hem de van God gezonden Messias zouden erkennen, zouden ze behouden worden en daar ging het hem om. Hier zien we dat intensieve bijbelstudie met uitleg ook een mogelijkheid is om mensen voor Christus te winnen.

De reacties blijven niet uit. Zoals altijd brengt de prediking van het Woord een tweedeling onder de hoorders. Sommigen laten zich overtuigen, maar anderen geloven niet. Al discussiërend gaan ze weg nadat Paulus een ernstig woord van Jesaja heeft aangehaald (Js 6:9-10). Jesaja heeft dit woord gesproken tot het ongelovige volk als geheel en Paulus past het nu toe op de ongelovige Joden tot wie hij het woord heeft gericht. De Heer Jezus heeft dit woord ook gebruikt met het oog op het volk in Zijn dagen (Mt 13:14-16).

De grote vraag of het volk alsnog tot geloof zal komen, wordt door deze aanhaling duidelijk beantwoord. Het lijkt een hard woord, maar het is ten volle van toepassing op hen vanwege hun afwijzing. Het is het laatste en definitieve oordeel van de door Paulus vastgestelde verharding. Ze hebben hun hart toegesloten, zodat ze het Woord van God niet in zich kunnen opnemen. Ze onttrekken zich tot hun verderf (Hb 10:39).

Deze vaststelling van hun verharding voert Paulus tot de laatste woorden die we van hem in dit boek hebben. Die woorden bevatten het punt waartoe we in dit boek zijn gevoerd en wel dat vanwege de verwerping van de behoudenis door de Joden de deur van de behoudenis naar de volken is opengegaan (Hd 13:46; Hd 18:6; Rm 11:25-32). Tot hen zal het Woord niet tevergeefs gaan. Zij zullen ook horen. Hoewel niet alle volken het evangelie hebben aangenomen, hebben in de loop van de eeuwen velen uit de volken het gehoord en aangenomen (1Tm 3:16).

Copyright information for DutKingComments