Esther 1:14-15

De raad van Memuchan

Dat de koning geen speelbal van zijn emoties is, maar weet wat hij doet, blijkt ook uit zijn reactie op de weigering van Vasthi. Hij is hier in elk geval niet de grillige heerser die, ook nog eens beneveld door de drank, zonder enig overleg direct het oordeel over Vasthi velt. Als later Haman wordt ontmaskerd, zien we dat hij, terecht, wel direct het oordeel velt (Es 7:9-10).

De koning legt de zaak aan “de wijzen” voor (Es 1:13). Zij kennen “de tijden” en “de wet” en “het recht”. Het vragen om raad is ook wel uitgelegd als aanwijzing dat Ahasveros een zwakke en manipuleerbare koning zou zijn geweest. Het kan historisch misschien zo zijn, maar ook hiervoor geldt dat dit niet uit de bijbeltekst hier blijkt.

Het kennen van “de tijden” ziet op het hebben van inzicht in de tijdgeest, het geestelijke klimaat van de tijd waarin de gebeurtenissen zich afspelen. “De wet” ziet op de regels die gelden voor het leven in het koninkrijk. “Het recht” wil zeggen dat ze ook wijsheid hebben om de wet op de juiste wijze toe te passen. Zij zorgen ervoor dat het recht zijn loop krijgt.

Als we Ahasveros in deze gebeurtenissen nog steeds als een beeld van God kunnen zien, zien we in zijn beraadslaging een Goddelijk kenmerk. God overlegt ook (Gn 18:20-21; 1Kn 22:19-22).

Van de zeven wijzen wordt gezegd dat zij “het dichtst bij hem stonden … die het aangezicht van de koning [mochten] zien en een vooraanstaande positie innamen in het koninkrijk” (Es 1:14). Ze hebben de positie van vertrouwelingen van de koning. We kunnen hen in dit verband wel zien als een beeld van “de zeven Geesten van God” (Op 4:5), wat wijst op de volheid van de Heilige Geest. God beraadslaagt als het ware met de zeven Geesten voor Zijn troon om de falende gemeente terzijde te stellen. Die Geest zien we in volmaaktheid tot uiting komen in de Heer Jezus, Gods Koning (Js 11:2-3).

De vraag van de koning is wat er volgens de wet met koningin Vasthi moet gebeuren (Es 1:15). Hij vermeldt erbij wat hij haar ten laste legt: “Omdat zij het bevel van koning Ahasveros niet heeft gehoorzaamd, dat [was overgebracht] door de dienst van de hovelingen.” In Es 1:12 staat dat zij “weigerde te komen op het woord van de koning”. Hier staat dat ze het bevel van koning Ahasveros niet heeft gehoorzaamd. Het woord van de koning is een bevel.

Zowel in Es 1:12 als hier in Es 1:15 wordt ook vermeld dat “de hovelingen” dit woord of bevel overbrengen. Op deze wijze werkt God nu ook. Hij laat Zijn Woord door Zijn dienaren aan mensen brengen. Dat Hij mensen gebruikt, verandert niets aan het gezag van Zijn Woord. Ieder tot wie Zijn Woord komt, moet gehoorzamen (Hd 17:30-31). Wie dat niet doet, zal geoordeeld worden.

Als de koning zijn vraag heeft gesteld, neemt Memuchan het woord (Es 1:16) en schildert de stand van zaken. Vasthi heeft zich niet alleen tegen de koning misdragen, maar ook tegen alle vorsten en volken in het rijk. De motivering is dat alle vrouwen van het geval van de koningin zullen horen, waardoor zij gestimuleerd zullen worden hun eigen mannen te minachten (Es 1:17). Hun minachting zullen ze rechtvaardigen door te verwijzen naar de ongehoorzaamheid van koningin Vasthi tegenover koning Ahasveros.

Wat Vasthi heeft gedaan, is “[alsof] iemand water de vrije loop geeft” (Sp 17:14). Het hek is van de dam als hier niet tegen wordt opgetreden. Als er niet duidelijk stelling wordt genomen, zal er een revolutie in alle huizen ontketend worden. Het antwoord van de koning moet een einde maken aan de verachting en ergernis die er al zijn. Die zijn genoeg geweest (Es 1:18).

Nadat Memuchan duidelijk heeft gemaakt hoe de situatie is, komt hij met twee voorstellen (Es 1:19). Het eerste voorstel is dat de koning aan iedereen duidelijk maakt dat zijn relatie met Vasthi definitief verbroken is. Vasthi heeft zich op dusdanige wijze misdragen dat er van herstel in haar hoge positie geen sprake kan zijn. Dit besluit moet schriftelijk en als wet van Meden en Perzen worden vastgelegd waardoor het besluit niet herroepbaar is.

Het tweede voorstel is dat er wordt voorzien in de vacant gekomen plaats van koningin. De “Koninklijke [waardigheid]” die Vasthi heeft bezeten maar door haar eigenzinnigheid is kwijtgeraakt, moet worden gegeven aan “een andere [vrouw]” die door Memuchan wordt omschreven als iemand “die beter is dan zij”.

In de definitieve terzijdestelling van Vasthi zien we de definitieve terzijdestelling van het ongelovige Israël als de vrouw van God. Wat met Vasthi gebeurt, is te vergelijken met de vloek die de Heer Jezus uitspreekt over de onvruchtbare vijgenboom die een beeld is van het ongelovige Israël: “Laat in eeuwigheid geen vrucht meer van u komen” (Mt 21:19). God heeft deze afvallige vrouw een echtscheidingsbrief meegegeven, waardoor zij niet meer tot Hem kan terugkeren (Dt 24:1-4; Jr 3:8).

De opengevallen plaats geeft God de gelegenheid een nieuwe verbinding aan te gaan. Daarin wordt voorzien door iemand van wie de naam nog niet wordt genoemd, maar die beschreven wordt in haar kwaliteit als “beter … dan zij”. Het is opmerkelijk en mooi dat deze uitdrukking nog een keer voorkomt en wel in verbinding met David voor wie Saul, de koning naar het vlees, het veld moet ruimen.

Saul is ongehoorzaam – net als Vasthi. Hij is ongehoorzaam aan het bevel van God om de Amalekieten uit te roeien. Samuel zegt tegen Saul dat het koningschap van Israël van hem wordt afgescheurd – vergelijkbaar met Vasthi. Dan zegt hij dat het zal worden gegeven aan iemand “die beter is dan u” (1Sm 15:28) – weer net als bij Vasthi. Ook tegen Saul wordt geen naam genoemd wie het is. Het gaat in beide gevallen om een positie die iemand zich onwaardig maakt en waarvoor God iemand heeft uitgekozen, iemand naar Zijn hart, om die positie in te nemen.

We kunnen deze geschiedenis dan ook zien vanuit de voorzienigheid van God. Het doel van God is de verhoging van Mordechai om door hem Zijn volk te zegenen. Daarin is Mordechai een beeld van de Heer Jezus. God begint al in dit eerste hoofdstuk met de voorbereiding daarvoor. De afzetting van Vasthi gebeurt ook met het oog daarop. God handelt met het oog op een doel dat wij uit de Schrift kennen. De wijze waarop Hij handelt, is ons niet altijd bekend. Wij weten dat alleen als Hij dat doel heeft bereikt en wij terugkijken op de weg die Hij daarvoor is gegaan.

Memuchan besluit zijn pleidooi met het voorstellen van de zegenrijke gevolgen als de koning dit bevel zal uitvaardigen. Het is een bevel dat hij voor zijn hele koninkrijk, dat groot is, moet uitvaardigen. Als alle vrouwen in alle rangen en standen eerbied voor hun mannen hebben (vgl. Ef 5:33), zal dat de vrede in de gezinnen ten goede komen. En als er vrede in de gezinnen is, is er ook vrede in het hele rijk.

De koning en de vorsten vinden het voorstel van Memuchan goed en Ahasveros handelt ernaar. Hij zendt brieven naar alle gewesten van zijn koninkrijk. Daarbij zorgt hij ervoor dat elk gewest de brief in zijn eigen schrift en elk volk in zijn eigen taal krijgt. Iedereen moet van het besluit op de hoogte worden gesteld. In de brief wordt “elke man” aangesproken als verantwoordelijk gezinshoofd. Zijn verantwoordelijkheid heeft twee aspecten. Hij moet “heer en meester … zijn in zijn huis”. Dat ziet op zijn positie van gezag. Hij moet ook “overeenkomstig de taal van zijn volk … spreken”. Dat ziet op zijn gedrag, zijn voorbeeld.

De oproep om het door God gegeven gezag ook werkelijk uit te oefenen is ook vandaag hard nodig. De man is het hoofd van de vrouw (1Ko 11:3). Dat houdt in dat hij haar, naar het voorbeeld van Christus’ zorg voor Zijn gemeente, als hoofd alles geeft wat zij nodig heeft (Ef 5:29). Hij zal ook de leden van zijn gezin aanspreken in de taal van Gods volk, dat is de taal van Gods Woord (vgl. Ne 13:23). Deze ‘taal’ moet worden gesproken in het hele koninkrijk van God, dat wil zeggen in de gezinnen, in de maatschappij en in de gemeente.

Als het gezag van Gods Woord in de gezinnen wordt erkend, zal dat ook gebeuren in de maatschappij en in de gemeente. In de gezinnen zal dat blijken uit de onderdanige houding van de vrouw ten opzichte van haar man en uit de onderdanige houding van de kinderen ten opzichte van hun ouders. De mannen hebben de hoofdverantwoordelijkheid om voor de juiste verhoudingen in hun gezin te zorgen. Hetzelfde geldt voor de verhoudingen en het gedrag in de gemeente.

Copyright information for DutKingComments