Esther 1:9

Koningin Vasthi

Terwijl Ahasveros zijn maaltijd houdt, richt ook koningin Vasthi een maaltijd aan (Es 1:9). Ze richt die aan “voor de vrouwen in het koninklijk huis dat van koning Ahasveros was”. Het is een eigen maaltijd en dat op het gebied dat aan de koning toebehoort. Hier zien we een voorbeeld dat de mens voor zichzelf gebruikt wat hem door God ter beschikking is gesteld.

Vasthi richt een maaltijd aan zonder de koning. Het doet denken aan de oudste zoon in de gelijkenis van de verloren zoon. Die zoon wil ook een maaltijd genieten, maar alleen met zijn vrienden, zonder zijn vader (Lk 15:29). Zo is de zonde in de wereld gekomen, want Eva heeft iets willen genieten zonder God. Later zien we dat Esther wel een maaltijd voor de koning maakt (Es 5:4).

Dat koningin Vasthi geen rekening houdt met haar man koning Ahasveros, blijkt uit wat volgt. “Op de zevende dag” (Es 1:10), de laatste dag van het feest, als het hart van Ahasveros vrolijk is door de wijn, geeft hij zeven hovelingen opdracht zijn vrouw naar het feest te halen. Deze hovelingen “dienden in de tegenwoordigheid van koning Ahasveros”. Zij staan in zijn onmiddellijke nabijheid om direct te gehoorzamen aan zijn opdracht. Dat het er zeven zijn, wijst op hun volledige bekwaamheid voor het uitvoeren van de opdracht.

Hun opdracht is om koningin Vasthi bij de koning te brengen en dat te doen op een wijze die bij de waardigheid van de koning past. Daarom moet Vasthi komen “met de koninklijke kroon” op haar hoofd. De kroon zal haar uiterlijke schoonheid nog meer glans geven. Ahasveros stuurt dit volkomen – zeven dienaren – bekwame gezelschap met deze opdracht naar Vasthi omdat hij “aan de volken en de vorsten haar schoonheid” wil tonen.

Koningin Vasthi weigert echter om te komen. Ze weerstaat “het woord van de koning, dat [was overgebracht] door middel van de hovelingen”. Deze weigering is in de eerste plaats ongehoorzaamheid aan het woord van de koning. Het woord van de koning betekent zijn gezag. Als gemalin van de koning is haar weigering ook een regelrechte belediging van hem. Hij wordt hier terecht “verschrikkelijk kwaad” over en ontsteekt in woede. Wat een hoogtepunt had moeten zijn, wordt een anticlimax.

In verschillende commentaren wordt begripvol gesproken over de weigering van Vasthi om aan het verzoek van de koning gehoor te geven. Vasthi zou het slachtoffer zijn van een grillige, dronken koning die haar aan misbruik door een dronken gezelschap zou blootstellen. Voor een dergelijke gedachte zou dan genoeg grond geleverd worden door wat men weet van de toenmalige verhoudingen en praktijken. Soms is achtergrondinformatie nuttig, maar het valt te betwijfelen of dit soort informatie in dit geval helpt om te begrijpen wat er gebeurt. In elk geval staat er niet dat Ahasveros dronken is en omgeven wordt door dronken mensen en in die toestand een buitensporige opdracht geeft.

In de profetische en praktische toepassing kunnen we een parallel trekken tussen Vasthi enerzijds en Israël en de christenheid anderzijds. Zowel Israël als de christenheid heeft gefaald in de opdracht Gods heerlijkheid te openbaren. Israël heeft geweigerd Gods gezag te erkennen en heeft ten opzichte van de volken Zijn Naam niet groot gemaakt. Dat is de reden dat God Zijn volk ten slotte heeft moeten verstoten.

Hetzelfde, en misschien wel in nog sterkere mate, geldt voor de christenheid. De gemeente heeft gefaald haar heerlijkheid, dat is die van God, in de wereld te tonen. Ze is niet gebleven bij de “eenvoudigheid … jegens Christus” (2Ko 11:3), maar heeft zich verbonden met de wereld. De gemeente of christenheid heeft zichzelf heerlijkheid aangematigd. Dit zien we ten volle tot uiting komen in Babylon, waarin we de rooms-katholieke kerk herkennen. Babylon verbeeldt zich dat ze “zit als koningin” (Op 18:7), waarmee ze zich op een eigenmachtige gezagspositie beroemt, zonder de erkenning van Gods gezag over haar. Ze heeft zichzelf verrijkt en geroemd en zal door God geoordeeld worden.

God weet deze gebeurtenissen te gebruiken voor Zijn doel:

1. Door het oordeel over het afvallige Israël maakt Hij de weg vrij voor het ware Israël, van wie Esther een beeld is.

2. Door het oordeel over de valse bruid, de afvallige kerk, maakt Hij de weg vrij voor de ware bruid van het Lam, dat is de gemeente.

Copyright information for DutKingComments