Esther 2:20

Nogmaals Mordechai en Esther

De vertaling van Es 2:19 kan ook luiden: “In verband met het brengen van de meisjes geldt ten tweede dat Mordechai in de poort zat.” Het “ten tweede” heeft te maken met de Es 2:10-11. Daar wordt de eerste inlichting over de relatie tussen Mordechai en Esther gegeven, nadat in de voorgaande Es 2:8-9 ook over het verzamelen van meisjes is gesproken. Nu wordt, na een tweede gedeelte over meisjes (Es 2:12-18), voor de tweede keer een mededeling gedaan over de relatie tussen Mordechai en Esther.

De eerste mededeling toont een rusteloze Mordechai die graag wil weten wat er met Esther gebeurt (Es 2:11). Nu Mordechai weet wat er met Esther is gebeurd, kan hij weer rustig plaatsnemen in de poort. Hierop sluit de nieuwe mededeling over Esther aan (Es 2:20). In de eerste mededeling staat dat Esther “haar volk en haar afkomst” niet vertelt omdat Mordechai haar dat heeft geboden (Es 2:10). In deze tweede mededeling staat hetzelfde, maar dan omgekeerd, dat ze “haar afkomst en haar volk” niet heeft verteld, ook met de vermelding dat Mordechai het haar heeft geboden.

De mededeling over Esther besluit met de vermelding dat ze Mordechai gehoorzaam blijft als ze koningin is, zoals ze hem gehoorzaam is geweest toen hij haar opvoedde. Haar positie is veranderd, haar gezindheid niet. Hoe belangrijk dit is, laat het vervolg van de geschiedenis zien.

In praktisch opzicht is hier wel een les aan te verbinden voor allen die in eenvoudige omstandigheden zijn opgegroeid en tot hoge maatschappelijke posities zijn opgeklommen. Laten zij nooit hun afkomst verloochenen en hun ouders blijven eren!

Copyright information for DutKingComments