Galatians 6:15

Het kruis van onze Heer Jezus Christus

Gl 6:12. Ik heb al opgemerkt dat Paulus met Gl 6:11 klaar leek te zijn met schrijven. Maar het is alsof hij daarna de brief nog een keer heeft doorgelezen en vanwege het belang van zijn schrijven nog eens terugkomt op het doel ervan. Er zijn mensen bij de Galaten binnengedrongen die uit zijn op eigen belang. Zij ‘zaaien voor het vlees’. Zij leggen de nadruk op uiterlijke dingen, godsdienstige inzettingen en gebruiken.

Het opleggen van de besnijdenis aan de Galatische gelovigen heeft geen ander doel – dat moeten de Galaten op de valreep nog eens horen – dan het ontkomen aan de vervolging die verbonden is met het kruis van Christus. Ook vandaag zie je dat je ontkomt aan totale afwijzing als je een godsdienst predikt of verdedigt waarin het vlees wordt gerespecteerd, waarin iets wordt overgelaten aan de inspanning van de mens. Het voldoen aan uiterlijke vormen geeft de mens een fraaie schijn. Dit gevaar is altijd groot, maar in godsdienstig opzicht wel het allergrootst.

Wie het kruis predikt en verdedigt als de enige mogelijkheid tot behoud en het enige middel waardoor je als christen kunt leven, hoeft niet te rekenen op applaus. Het kruis maakt een einde aan de wijsheid van de wereld en de hoogmoed van de Joodse godsdienst.

Gl 6:13. De predikers van besnijdenis en wet doen dat alleen met het oog op hun eigen eer en glorie. Daar kunnen ze mee pronken. Dat is hetzelfde als in deze tijd hoog opgeven over het aantal mensen dat je hebt gedoopt of die overtuigd zijn door jouw knappe redeneringen over hoe je God het beste kunt dienen, terwijl je aan het kruis voorbijgaat. Maar, zegt Paulus, laat je niet beetnemen. Die lieden, die zo hameren op het belang van de inzettingen, houden zich er zelf niet aan. Het zijn huichelaars.

Gl 6:14. Hier tegenover plaatst Paulus zijn eigen houding en hij doet dat in het licht van de betekenis van het kruis. Het kruis is voor hem de plaats waar alles duidelijk is geworden. Daar ziet hij het ware karakter van de wereld en daar ziet hij alle volkomenheden van de Heer Jezus; daar ziet hij Wie God is en daar ziet hij wie de mens is. Wie de wet houdt, roemt in de natuur van de mens, waartoe deze in staat is. Wie in het kruis roemt, roemt in niets van zichzelf. Het kruis is namelijk de plaats waar het volle oordeel van God over de zondige natuur van de mens is voltrokken.

Het is “het kruis van onze Heer Jezus Christus”. Paulus gebruikt hier de volle naam van zijn én hun, “onze”, Heiland. Dat maakt het kruis, dat de plaats van schande, verwerping en vervloeking is, tegelijk tot de plaats waar voor het geloof al Gods heerlijkheid zichtbaar is geworden.

Het kruis is de radicale scheiding tussen de wereld en de gelovige. Ik ben daar in Christus geoordeeld en heb daarom voor de wereld afgedaan zoals Christus voor de wereld heeft afgedaan. De wereld, en vooral de godsdienstige wereld, heeft Christus aan het kruis genageld. Weg met Hem! Dat is ook de manier waarop de wereld naar mij kijkt.

Andersom is het ook waar: de wereld is voor mij geoordeeld. Door het kruis is de volle slechtheid en verdorvenheid van de wereld zichtbaar geworden. Daarmee wil ik als gelovige niets meer te maken hebben. De wereld kan niets aantrekkelijks meer hebben voor het hart van iemand die het kruis beziet en aanvaardt zoals Paulus het hier voorstelt. Elk compromis met de wereld is een klap in het gezicht van God en Christus en maakt van het kruis een lachertje.

Ik hoop van harte dat je het verlangen met me deelt om meer te gaan zien van de betekenis van het kruis van Christus en ook consequent naar die betekenis te leven.

Gl 6:15. Alle uiterlijke inzettingen hebben geen enkele waarde voor God. Waarop het aankomt, is of iemand “een nieuwe schepping” is. Dan ben je in staat de dingen te zien zoals God ze ziet.

Gl 6:16. Wil je een regel om naar te leven? Dan vind je die hier. Deze regel luidt: Leef het nieuwe leven dat je bij je bekering hebt ontvangen. In het nieuwe leven is Christus het Voorwerp waarop je je richt en de Heilige Geest is de kracht ervan. Op die weg vind je “vrede en barmhartigheid”. Die dingen vind je niet als je de wet wilt houden. Dan krijg je alleen veroordeling, vervloeking en dood.

Apart noemt Paulus nog “het Israël van God”. Dat zijn de gelovigen uit Israël die in deze tijd, de tijd van de genade, de Heer Jezus als Heiland hebben aangenomen. Ze horen bij de gemeente. In Romeinen 11 zegt Paulus van dezelfde groep gelovigen: “Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel naar [de] verkiezing van [de] genade” (Rm 11:5).

Israël als volk wordt door God niet meer als Zijn volk erkend sinds het de Heer Jezus heeft verworpen. Als de gemeente is opgenomen, zal God de draad met Zijn volk weer opnemen en al de beloften vervullen die Hij aan dit volk heeft gedaan. Dit kun je allemaal leren uit Romeinen 9-11. De enkelingen die nu van Zijn aardse volk tot geloof komen, worden door God als ‘Zijn Israël’ in deze tijd erkend, zonder daarvan een apart volk te maken naast de gemeente.

Gl 6:17. Hij spreekt de wens uit dat de Galaten hem niet meer zullen lastigvallen. Ze hebben hem moeiten gegeven door hun afdwalen van het evangelie dat hij hun heeft gepredikt. In deze brief heeft hij dit evangelie gloedvol en met veel innerlijke strijd verdedigd. Dat moet afdoende zijn.

De littekens die het gevolg zijn van onder andere geselingen en een steniging – zie hiervoor en voor nog meer ontbering de lijst in 2 Korinthiërs 11 (2Ko 11:23-28) –, noemt hij “de merktekens van Jezus”. Hij noemt zijn Meester hier bij wijze van uitzondering “Jezus”, zonder verdere toevoeging. Ik denk dat hij dit doet om aan te geven dat het gaat om het leven van de Heer Jezus in vernedering op aarde, waar Hij schande en pijn heeft ondergaan (Js 52:14). Paulus wil zoveel als maar mogelijk is op zijn Meester lijken (Fp 3:10). Dat is zijn eer!

Gl 6:18. Dan eindigt hij zijn brief zoals hij hem is begonnen: kort en koel. Er zijn geen groeten, zoals in andere brieven, hoewel er veel broeders bij hem zijn (Gl 1:2a). Ook zijn eigen groet ontbreekt. Hij kan niet anders dan hun “de genade van onze Heer Jezus Christus” voor hun “geest” toewensen omdat alleen genade en niets anders het tegenwicht is tegen de invloeden van wettisch denken. Dat is wat ik nodig heb, dat is ook wat jij nodig hebt. Die genade moet inwerken op het innerlijk, het denken, de geest van de christen.

Opnieuw gebruikt Paulus de volle naam van de Heer Jezus, voorafgegaan door “onze”. Dit ‘onze’ geeft de verbondenheid aan die er is tussen hem en de Galaten. Die verbondenheid komt ook prachtig tot uitdrukking in het woord “broeders”, dat ook laat zien hoe innig hij hen liefheeft. Hij drukt daarmee ook uit, dat hij hun heeft geschreven juist vanuit het diepe besef van de band die er is tussen hem en zijn kinderen in het geloof. Als er, na alles wat hij heeft geschreven, nog enige twijfel is over hoe hij hen ziet, dan is die twijfel hiermee de kop ingedrukt.

Het laatste woord van de brief is “amen”. Van alle brieven die Paulus heeft geschreven eindigt ook de brief aan de Romeinen daarmee. Dat is nog een aanwijzing hoezeer deze twee brieven op elkaar aansluiten; ze hebben beide de voorstelling en verdediging van het evangelie tot inhoud. Met dit ‘amen’, dat betekent ‘het is zo’, verzegelt Paulus als het ware de brief. Wat er staat, blijft zo!

Ik wil dit commentaar graag besluiten met de woorden van een andere gelovige (G.C. Willis) en ik voeg daarbij de bede dat deze brief in mijn en in jouw leven het effect zal hebben waartoe God de Heilige Geest hem heeft laten schrijven:

‘Het valt niet te zeggen hoe zwaar het voor Paulus moet zijn geweest om deze brief te schrijven, maar wat een schat hebben we erin voor vandaag. Het was zeker het werk van de duivel om destijds die leraren van de wet naar Galatië te sturen. Maar er waren een hogere hand en een hart van liefde die alles leidden.

Door de aanval van de vijand smeedde God voor ons een zwaard van het fijnste staal waarmee alle aanvallen van de vijand in de afgelopen bijna twintig eeuwen zijn weerstaan. En het is nog steeds even fris en krachtig als het al die eeuwen is geweest. Moge God Zelf onze handen oefenen om ermee te strijden en onze vingers om er oorlog mee te voeren (Ps 144:1) tot Zijn eer. Amen.’

Lees nog eens Galaten 6:12-18.

Verwerking: Lees de brief nog eens door en noteer de keren dat er over het ‘kruis’ of ‘gekruisigd’ wordt gesproken. Laat op je inwerken in welk verband het voorkomt en wat dat betekent voor de praktijk van je geloofsleven.

Copyright information for DutKingComments