Isaiah 40:4

Bereid de weg van de HEERE

De troost van Js 40:1 is niet gebaseerd op de goede werken van het volk. Het is ook niet doordat de ballingschap lang genoeg geweest is en de straf voldoende is uitgezeten. Nee, de troost komt door de persoonlijke komst en het ingrijpen van de HEERE: hun God komt (Js 40:3)!

De terugkeer van een overblijfsel uit Babel naar het beloofde land wordt door de HEERE bewerkt (Ea 1:1), opdat de beloofde Messias aan Zijn volk zal kunnen worden voorgesteld. Door een heraut die hier wordt voorgesteld als “een stem van iemand die roept in de woestijn” – letterlijk “een stem … roepende …” –, kan de komst van de HEERE aangekondigd worden, een komst waarmee de volle zegen van God in het vrederijk tot Zijn volk kan komen.

Dat zien we gebeuren in de evangeliën. De zegen die wordt aangekondigd, is dat het koninkrijk der hemelen nabijgekomen is (Mt 3:2), omdat de beloofde Koning, de Messias, gekomen is en op het punt staat in het openbaar te verschijnen. De heraut is Johannes de doper. De vier schrijvers van de evangeliën laten daarover geen misverstand bestaan (Mt 3:1-3; Mk 1:1-4; Lk 1:76-78; Jh 1:23). We zien door de aanhaling van Js 40:3 in het Nieuwe Testament dat door de profeet Jesaja hier de Godheid van de Heer Jezus duidelijk geleerd wordt.

“Bereid” betekent ‘verwijderen van hindernissen’. De ontvangst van de Messias gebeurt, met andere woorden, niet omdat de straf erop zit, maar door het opruimen van hindernissen. “De weg” is de weg van verlossing (Js 11:16) en is vergelijkbaar met de bevrijding uit Egypte. Het is de gebaande weg voor de HEERE, niet een letterlijke weg, maar een geestelijke weg. Op deze weg zal de HEERE komen met verlossing en heil.

Hun geestelijke toestand is als “de woestijn”. Het is het begin van het werk van God in het hart van het volk als het volk zich dat bewust wordt. Ze bevinden zich ver van God en zijn dorstig naar Hem (Ps 63:2; Ps 42:2-3).

De prediking van Johannes de doper heeft echter geen gehoor gevonden. Christus wordt verworpen en daarom kan het beloofde vrederijk niet worden opgericht. Maar Hij zal voor “de tweede keer … verschijnen” (Hb 9:28). Dat zal in de eindtijd gebeuren.

“Alle dalen zullen verhoogd worden”, ziet op allen die in het dal van de vernedering zijn geweest en die uiteindelijk in het vrederijk zullen worden verhoogd (Js 40:4). Het geldt ook voor hen die zich nu vrijwillig vernederen (Jk 4:10; 1Pt 5:6; Lk 18:14; Jb 5:11). Het verlagen van bergen en heuvels heeft de omgekeerde betekenis. Allen die zichzelf verheffen, zullen worden vernederd.

Wat “krom”, oneffen, ongelijkmatig is, zal “recht”, glad en gelijkmatig worden. Er zal bijvoorbeeld niet meer met dubbele tong worden gesproken. De bedoelingen zullen zuiver zijn. “Wat rotsachtig is”, de ruwe plaatsen waar niets groeit, zal tot een vruchtbare “vlakte” worden. Op plaatsen waar geen leven mogelijk is, zal ieder van het leven kunnen genieten zoals de HEERE het bedoeld heeft.

Bij de prediking van Johannes de doper die de evangelist Lukas heeft opgetekend, verwijst Lukas naar deze verzen van Jesaja (Lk 3:4-6). Lukas is de evangelist die laat zien dat de genade van God voor alle mensen is verschenen. Om die genade te zien en er deel aan te krijgen moet er wel de juiste geestelijke gezindheid zijn.

1. ’Alle bergen en heuvels’ die verlaagd zullen worden, slaat op de hoogmoed van de farizeeën en sadduceeën (Lk 3:7-9). Allen die zichzelf verheffen, zullen vernederd worden.

2. ‘Wat krom is’, slaat op de tollenaars die kromme wegen bewandelen vanwege geldzucht. Zij zullen tot een rechte weg worden als ze niets meer vorderen dan hun is voorgeschreven (Lk 3:5b; 12-13).

3. ‘Wat rotsachtig’ of ruw is, slaat op de ruwe soldaten. Johannes houdt hun voor hoe ze “tot vlakke wegen” kunnen worden (Lk 3:5b; 14).

In deze veranderde situatie zal de heerlijkheid van de HEERE in de hele schepping zichtbaar worden voor “alle vlees tezamen”, dat wil zeggen voor iedereen die dan leeft (Js 40:5; Op 1:7a). Dan zullen de woorden van de serafs vervuld worden: “Heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!” (Js 6:3).

Zo zien we dat

1. de terugkeer uit Babel wordt verbonden met

2. de tijd dat de Heer Jezus in vernedering op aarde komt, wat vanwege Zijn verwerping vervolgens wordt verbonden met

3. Zijn wederkomst in majesteit om te oordelen en te regeren.

De slotregel van Js 40:5, “want de mond van de HEERE heeft gesproken”, benadrukt de zekerheid van de dingen die hier worden verkondigd. Deze woorden zijn vergelijkbaar met de woorden van de Heer Jezus die we vaak in het evangelie naar Johannes horen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u.”

Copyright information for DutKingComments