Jeremiah 20:17

Jeremia vervloekt zijn geboortedag

In de verzen hiervoor (Jr 20:11-13) staat de HEERE voor het oog van het geloof van de profeet. In de verzen die nu volgen, ziet Hij de HEERE niet meer. Hij ziet alleen de omstandigheden en zichzelf. Het resultaat is dat hij in een plotselinge depressie wegzinkt. Wat hij uitspreekt, doet denken aan wat Job uitspreekt bij alle ellende die hem heeft getroffen: “Daarna opende Job zijn mond en vervloekte zijn [geboorte]dag” (Jb 3:1). We krijgen de indruk dat Jeremia vertrouwd is geweest met het boek Job waarin we de wegen van de HEERE zien die Hij met Job gaat. Als we Job 3 vergelijken met deze vijf verzen van Jeremia, zien we hoeveel de klachten van deze toegewijde mannen op elkaar lijken.

Na de opflikkering van vertrouwen in de voorgaande verzen wordt Jeremia weer door een gevoel van hopeloze ellende overvallen (Jr 20:14). Van de hoogte van het geloofsvertrouwen valt Jeremia in een diepe vertwijfeling. Die vertwijfeling is zo sterk, dat hij zijn geboortedag vervloekt. De dag waarop zijn moeder hem heeft gebaard, ontzegt hij de zegen. De zegen van de geboorte van een kind vindt hij misplaatst wat zijn eigen geboorte betreft.

Zelfs de brenger van het goede nieuws van zijn geboorte aan zijn vader wordt door hem vervloekt (Jr 20:15). De geboorte van een zoon is het beste nieuws dat een man kan krijgen. Dat betekent voortzetting van de familienaam. Maar Jeremia zegt dat zijn geboorte geen reden is voor blijdschap. Hij zou een dienst krijgen die niet bestaat uit het brengen van goed nieuws, maar van slecht nieuws. De man die het bericht van zijn geboorte heeft bekendgemaakt, moet het lot van Sodom en Gomorra ondergaan (Jr 20:16; Gn 19:25). Die man moet in zo grote nood worden gebracht, dat hij het de hele dag uitschreeuwt van ellende in plaats van in een jubelstemming over zijn geboorte te zijn.

Eigenlijk is het de schuld van de HEERE, want Hij heeft hem geboren laten worden. Hij zou hem immers in de baarmoeder hebben kunnen doden (Jr 20:17). Dan zou hij het nu heerlijk rustig hebben, want dan zou hij dood in de schoot van zijn moeder zijn. Zijn moeder zou zijn graf zijn en daar zou hij dan altijd geweest zijn. Het is anders gegaan. Hij is uit de baarmoeder naar buiten gekomen (Jr 20:18). Maar waarom? Is het echt om alleen maar moeite en verdriet te zien en zijn dagen te eindigen in schande? Wat een leven en wat een lot!

Het is de laatste ‘waaromvraag’. Er komt geen antwoord op deze vraag. De HEERE geeft Zijn dienaar de tijd om er zelf over na te denken en tot een antwoord te komen. Wat we wel kunnen zeggen, is dat God de gelovige vasthoudt, ook al voelt hij zich alleen en losgelaten.

Copyright information for DutKingComments